Paap, W.A.
Eig. Willem Anthonij, Nederlands letterkundige
(Winschoten 21.10.1856-Zeist 6.1.1923). Van eenvoudige afkomst; werd
onderwijzer. Studeerde met hulp van zijn rijk gehuwde vriend Johannes
Zürcher rechten te Amsterdam. Maakte kennis met Perk, Kloos en andere
jonge literatoren. Correspondeerde met Multatuli, die hij een paar maal te
Nieder-Ingelheim bezocht, en met Vosmaer in wiens Nederlandsche
Spectator hij enkele bijdragen geplaatst zag. In 1884 publiceerde hij een
satire, Bombono's, gericht tegen destijds invloedrijke critici als Taco
de Beer en Jan ten Brink, maar ook tegen filologen en juristen. In 1885
behoorde Paap tot de oprichters van De Nieuwe Gids, maar zijn
medewerking was van juridische aard en zijn redacteurschap duurde maar een
jaargang. Als advocaat wierp hij zich op als verdediger van vervolgde
socialisten. Na Multatuli's dood woonde diens weduwe (Mimi) bij hem; hij hielp
haar bij het uitgeven van de tien delen Brieven van Multatuli.
Mede onder multatuliaanse invloed hervatte hij zijn
schrijverschap: in 1896 verscheen Jeanne Collette, een venijnige
sleutelroman in twee delen, gericht tegen de joodse bankier en filantroop A.C.
Wertheim. De Nieuwe Gids-crisis inspireerde hem tot zijn bekendste boek,
Vincent Haman (1898), ook een sleutelroman, maar van beter gehalte.
Inmiddels rijk gehuwd, wijdde Paap zich aan de letteren. Maar al werden zijn
toneelstukken Koningsrecht (1901) en Een gracht-idylle (1908)
opgevoerd, ze hadden geen duurzame betekenis, evenmin als zijn verdere romans.
Hij bleef de schrijver van één boek, vooral toen Menno ter Braak
dit in Forum prees.
Deze geruchtmakende roman, Vincent Haman,
opgedragen aan de nagedachtenis van Multatuli, is een afrekening met de
hoofdfiguren van De Nieuwe Gids, juist voor zover hun revolutionair
radicalisme niet dieper ging dan de literatuur. In en door de strijd werd niets
anders beoogd dan de schone letteren: vandaar dat er aan het slot een
verzoening plaatsvindt tussen de modernisten en de traditionelen; het oude
goethe-dante-vondelen wordt in nieuwe stijl door de jongeren voortgezet. Ook nu
alle hoofdpersonen sinds lang dood zijn, blijft dit boek een opmerkelijk werk,
dat de idee van de littérature engagée bepleit tegenover het
l'art pour l'art, en aldus in satirische vorm een even multatuliaanse als
moderne opvatting aanprijst.