Oorschot, Geert van
Eig. Gerardus Adriaan, ps. R.J. Peskens, Nederlands
dichter en prozaschrijver en uitgever (Vlissingen 15.8.1909). Aanvankelijk
werkzaam bij Stols en Querido als boekverkoper en sinds 1945 zelfstandig
uitgever te Amsterdam. Hij bouwde een belangrijk literair fonds op met auteurs
als Multatuli, Emants, Couperus, Leopold, Heijermans, Ter Braak, Du Perron,
Hermans, Van het Reve. Daarnaast is hij uitgever van de Russische klassieken en
meer moderne Sovjetschrijvers in vertaling en van essays in de Stoa-reeks. Hij
behoorde tot de oprichters van Libertinage (1948-1953) en was de
stichter van het door hemzelf uitgegeven en geredigeerde Tirade (vanaf
1957).
Van Oorschot debuteerde als dichter onder eigen naam in
Links Richten met socialistische verzen. Zijn poëzie werd gebundeld
in De turfgravers (1930) en Gevangenis (1932). Onder de
pseudoniemen Kees Milot, Karel Blomkwist en R.J. Peskens publiceerde hij proza.
Zijn verhalen en romans geven Zeeuwse jeugdherinneringen, waarin de krachtige
en anarchistische moederfiguur een hoofdrol speelt als vormend en dominerend
personage ten opzichte van de ik-figuur: Twee vorstinnen en een vorst
(1975) en Mijn tante Coleta (1976), samen verfilmd door Otto Jongerius
onder de titel van de eerste roman.