Monteyne, Lode
Eig. Ludovicus Gustavus Cornelius, Vlaams schrijver en
toneelcriticus (Antwerpen 21.6.1886-Berchem 12.11.1959). Onderwijzer te
Antwerpen en van 1938 tot 1952 leraar toneelgeschiedenis aan het Koninklijk
Vlaams Conservatorium, eveneens te Antwerpen.
In 1912 verscheen zijn eerste roman, Geerten
Basse. Daarop volgden De tweede lente van mijneer Quistwater (1914),
Aan wal (1920) en de verhalenbundel Geschiedenisjes (1926). Hij
schreef ook een aantal essays, o.m. Lode Baekelmans (1914), Charles
de Coster, de mensch en de kunstenaar (1917), Charles de Coster, mensch
en dichter (1927) en Maurits Sabbe en zijn werk (1918).
Monteyne verwierf echter bekendheid als toneelcriticus,
vooral in zijn functie van hoofdredacteur van Het Tooneel (1923-1940).
Door een wetenschappelijke aanpak heeft hij de theaterkritiek boven de
journalistiek verheven en in versch. uitgaven belangrijke bijdragen geleverd
tot de toneelgeschiedenis van zijn land. Samen met M. Sabbe en H. Coopman Thz.
bracht hij in 1927 Het Vlaamsch Tooneel uit. Een jaar later verscheen
Koorn en kaf. In Drama en toneel van Oost en West door de tijden
heen (1949) gaf hij een overzicht van zijn aan het conservatorium gehouden
cursussen.