Mellibeus
Eig. Van Mellibeo ende van sinre vrouwen Prudencia
of Dat boec van troeste ende van rade, benaming in de Nederlandse
literatuurgeschiedenis gegeven aan twee versch. Middelnederlandse bewerkingen
van Albertanus da Brescia's Liber consolationis. Het is een verhandeling
in de vorm van een allegorie over de deugden en ondeugden, waarop ook Chaucers
Tale of Mellibeus via de Franse `adaptation' Le livre de Mellibee et
Prudence teruggaat. Tijdens Mellibeus' afwezigheid worden zijn vrouw
Prudentia en zijn dochter (d.i. de ziel) door zijn drie oude vijanden (duivel,
wereld en vlees) mishandeld. Mellibeus wil zich wreken, aangevuurd door zijn
jonge vrienden, maar wordt door de zedenlessen van Prudentia overgehaald tot
een minnelijke schikking.
De oudste Middelnederlandse bewerking, die nauw bij het
Latijnse voorbeeld aansluit, werd ca 1350 in verzen vervaardigd (vroeger ten
onrechte aan Jan van Boendale toegeschreven) en opgedragen aan Hertog Jan iii
van Brabant. De jongste bewerking (in proza) dateert uit het midden van de 15de
eeuw en staat veel onafhankelijker tegenover het Latijn, waarop het slechts
indirect (via het Frans) teruggaat; het moet blijkens het vervolg en slot van
een in diens Blome der doechden aangevangen acrostichon worden beschouwd
als een werk van Dirc Potter.