Langendonck, Prosper van
Eig. Prosper Antoine Joseph, Vlaams dichter, essayist en
criticus (Brussel 15.3.1862-ald. 7.11.1920). Opgevoed in Frans sprekend milieu,
waardoor vroeg contact met Parnassiens. Moest studie letteren staken door
familieomstandigheden. Was o.m. ambtenaar bij het ministerie van justitie,
daarna bij de Vertaaldienst Kamer van Volksvertegenwoordigers, totdat
toenemende geestesziekte in 1918 ontslag noodzakelijk maakte.
Schreef kritieken en essays in Nederlandsche Dicht- en
Kunsthalle van 1888 tot 1910. Richtte samen met o.a. Vermeylen en
Hegenscheidt in 1893 Van Nu en Straks op. Hernieuwde zijn kritische
werkzaamheid in het tijdschrift Vlaanderen van 1903. Belangrijk is zijn
opstel De herleving der Vlaamsche poëzie, dat men wel als het
manifest der letterkundige vernieuwing heeft beschouwd.
Als criticus en dichter was hij tussen de anarchistisch
gezinde jongeren van toen een schakel in de traditie die hem met Gezelle en
Rodenbach verbond. Ook voor hem waren het ethische en esthetische niet te
scheiden. Zijn bewondering voor Dante hing samen met zijn verlangen naar een
harmonisch leven op christelijke grondslag, een verlangen gevoed door de
tegenstellingen tussen zijn geloof en zijn twijfel, zijn gemoed en zijn geest.
Zijn romantisch getinte gevoel geraakte telkens in conflict met zijn naar
klassieke beheersing strevende geest. Van Langendoncks invloed op jongeren als
A. Vermeylen is bijzonder groot geweest.
Hij publiceerde slechts één bundel
Verzen (1900). Daarin toont hij zich een der eersten in het
Zuidnederlandse taalgebied die vorm gaven aan het conflict tussen gevoel en
intellect, waardoor de moderne mens wordt gekenmerkt. In zijn werk tekent zich
duidelijk de tweespalt af tussen de droom van absolute volmaaktheid, zoals deze
vorm kreeg in de onvoltooide cyclus Beatrice, en de ervaring van een
beklemmende werkelijkheid, een tegenstelling die in `Zomeravond' tot uiting
komt. Het indrukwekkende `Woluwe-dal' toont de dichter in een zelden bereikt,
wankel evenwicht. Zijn levensdroom gaf hij gestalte in een van zijn beste
verzen `Het Woud'.