Lampo, Hubert Leon
Vlaams romanschrijver, criticus en essayist (Antwerpen
1.9.1920). Werkte korte tijd als leraar bij het middelbaar onderwijs, was
daarna rijksinspecteur van openbare bibliotheken. Ook werkzaam in de
journalistiek, vooral als kunstcriticus. Speelde een actieve rol in de Vlaamse
letterkundige wereld, o.m. als redactiesecretaris van het Nieuw Vlaams
Tijdschrift.
Lampo debuteerde in het teken van de psychologische roman
met Don Juan en de laatste nimf (1943), Hélène
Defraye (1945) en De ruiter op de wolken (1948), waarin
belangstelling voor de dieptepsychologie en het suggereren van geheimzinnige,
supra-rationele verbanden zijn latere oriëntatie als magisch-realist
aankondigen. Uit die tijd dateren ook de drie novellen uit Triptiek van de
onvervulde liefde (1947), waarmee Lampo zich naast J. Daisne als
grondlegger van het magisch-realisme in Vlaanderen ontpopte. Behalve in De
belofte aan Rachel (1952), waar hij, onder het mom van een bijbels verhaal,
hedendaagse politieke en maatschappelijke problemen behandelt, en in De
duivel en de maagd (1955), een historische roman over Jeanne d'Arc en
Gilles de Rais, vormt het magisch-realisme de basis die tot op heden zijn hele
oeuvre zou bepalen; hij heeft er ook veel kritisch-essayistisch werk aan
gewijd, o.m. De ring van Möbius (2 dln., 1967, 1972) en De
zwanen van Stonehenge (1972).
Evenals Daisne combineert Lampo de weergave van een
alledaagse realiteit met verbeeldings- of droomelementen dikwijls tot een
nieuwe, psychologisch samenhangende werkelijkheid - een zgn. `psychomagische'
verhaalwereld. Maar terwijl Daisne zulks met metafysische bijbedoelingen doet
en o.m. op Plato en op het christendom steunt, zoekt de agnosticus Lampo eerder
aansluiting bij de dieptepsychologie, de parapsychologie en bepaalde
interpretaties van de cultuurgeschiedenis. Vooral Jungs archetypenleer blijkt
licht te werpen op genese en betekenis van zijn meeste werken. Een geliefkoosde
situatie in zijn romans is bijv. de confrontatie van de helden met diverse
belichamingen van het ideaal van de vrouw, de zgn. `anima'.
Terugkeer naar Atlantis (1953) is grotendeels
gebaseerd op de Vatersuche en op de Atlantismythe, en in De komst van
Joachim Stiller (1960) verwijst het optreden van een raadselachtige
verlossersfiguur naar het messias-archetype. Ook de Or-