Krul, Jan Harmensz
Noordnederlands dichter (Amsterdam 1601 of 1602-ald.
begraven 11.4.1646). Werkte zich op tot makelaar en werd daarna boekverkoper
(1645). Was wsch. al voor 1618 een der rooms-katholieke leden van de Oude
Kamer, welke hij na het vertrek van Rodenburgh tot nieuwe bloei bracht. De
Eglantier zette onder zijn leiding de oude rederijkerstraditie voort en legde
zich bovendien toe op het opvoeren van romantisch toneelwerk. Na het samengaan
met de Academie (1632) richtte Krul een Musijck-Kamer op (1634), waarvoor hij
als devies Rodenburghs anagram van In liefde bloeyenden: `Ie blijft in eelen
doen' overnam. Ook in deze nieuwe kamer probeerde Krul oude tradities te
handhaven; het geheel liep echter op een financieel fiasco uit.
Krul pleitte voor een harmonisch samengaan van muziek en
retoriek in zijn Inleydinghe gedaen op de Amsteldamsche Musyck-Kamer in mayo
1634. O.a. zijn Pastorel musyck-spel van Juliana en Claudiaen (1634)
liet hij hier opvoeren, waarbij hij wsch. zelf de muziek componeerde. In het
drama Hellevaert van Rodomond (1645), gedeeltelijk naar de Orlando
furioso, rekende hij af met zijn tegenstanders.