Keuls, Henricus Wijbrandus Jacobus Maria
Nederlands dichter (Obdam 19.5.1883-Ede 28.10.1968).
Jurist, tot 1948 hoofd bureau voor auteursrechten. Met Bloem, Greshoff, Roland
Holst, Van Eyck en Besnard behoort hij tot de zgn. dichtergeneratie van 1910;
in dit jaar debuteerde hij in De Gids, doch pas in 1920 bracht hij
verzen in de bundel In den stroom bijeen.
Zijn bezonnen, weemoedige, soms naar een persoonlijk
mysticisme neigende poëzie heeft, evenals die van zijn generatiegenoten,
een strenge traditionalistische vorm, terwijl ook bij hem de volzin de
poëtische stuwing aan zijn verzen geeft. Door een zwaarder timbre sprak
zijn kunst aanvankelijk niet gemakkelijk aan en werd slechts door weinigen
opgemerkt. Eerst nadat hij begonnen was met de uitgave van zijn Verzamelde
gedichten, 4 dln. (1947-1949) kreeg hij in ruimer kring een steeds
toenemende erkenning. In 1962 werd hem de P.C. Hooftprijs 1961 toegekend.
Keuls verzorgde een aantal vertalingen, o.m. Omar
Khayyam (1944, onder ps. Ponticus), van Dante Het nieuwe leven
(1951), van Pirandello Hendrik IV (1926), en van T.S. Eliot Een
staatsman van verdienste (1957) en De familiereünie (1957).