De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Hondius, Petrus

Noordnederlands dichter (Vlissingen 1578-Terneuzen augustus 1621). Studeerde theologie te Leiden en werd in 1604 predikant te Terneuzen. Blijkens zijn album amicorum (kb Brussel) was hij bevriend met o.a. Daniël Heinsius, Marnix van St. Aldegonde en Janus Dousa. Op zijn buiten te Terneuzen, de Moufe-schans, waren prins Maurits, Jacob Cats en Heinsius graag geziene gasten, evenals een aantal botanici die Hondius' beroemde kruidentuin bezochten.

In literair opzicht is Hondius van belang door zijn hofdicht Dapes inemptae of De Moufe-schans, dat is de soeticheyt des buyten-levens vergheselschapt met de boucken (1621²; de minder omvangrijke 1ste dr. van ca. 1619 verscheen zonder zijn medeweten). In dit werk verheerlijkt hij het buitenleven en beschrijft hij de kruiden uit zijn tuin.

Handschriften en brieven van Hondius worden bewaard in de ub's van Leiden en Utrecht, de kb's van 's-Gravenhage en Brussel, de British Library te Londen en het archief van La Rochelle.

Literatuur:

A. Meerkamp van Embden, `Het album amicorum van P.H.', in Archief Zeeuws Genootschap (1934); L.A.J. Burgersdijk, `Speurtocht tusschen de bladen van het album amicorum van P.H.', in Idem (1934); P.J. Meertens, Letterkundig leven in Zeeland (1943); J. Wesseling, De geschiedenis van Terneuzen (1972²).

[P.J. Verkruijsse]