Eig. Willem Jakobsz. Hofdijk, Nederlands dichter, proza-
en toneelschrijver (Alkmaar 27.6.1817-Arnhem 29.8.1888). Was dorpsonderwijzer
te Beusichem, kantoorklerk te Alkmaar en leerling-schilder te Haarlem; werd
dank zij Van Lennep en J.A. Alberdingk Thijm leraar aan het Amsterdamse
gymnasium (1851). Zijn drama's, evenals zijn ander werk, zijn
romantisch-historisch geïnspireerd. Zijn ongebreidelde fantasie, eerzucht
en gebrek aan zelfkritiek beletten hem zijn dichterlijke aanleg werkelijk te
ontplooien; toch blijven zijn Kennemer Balladen (1850-1852) van belang
als uitingen van de romantiek in Nederland.
Werken:
Rosamunde (1839), p.; De bruidsdans (1842), p.;
Aeddon (1852), p.; De laatste dag van Heemskerk's beleg (1850),
dr.; De bloem der waereld (1854), dr.; Historische landschappen
(1856), pr.; Verspreide gedichten, 2 dln. (1859-1861); Ons
voorgeslacht, 6 dln. (1859-1864), pr.; De gesluierde wichelares
(1869), dr.; In 't harte van Java (1881), verh. in dichtvorm; In 't
gebergte Di-eng (1884), idem; Dajang-Soembi. Een Javaansche legende
(1887).
Literatuur:
C.J.B. v.d. Duys, W.J.H. in zijn leven en werken (1890); A.
Hendriks, W.H. de minstreel van Kennemerland (1928).
Auteursrechtelijk beschermd