de eerste plaats van een veelzijdige belangstelling. Het
romantisch mechaniek (1969) en Het principe van nieuwsgierigheid
(1978) bieden in talrijke speels geformuleerde notities over reisbelevenissen,
culturele stromingen, moderne muziek, schilderkunst, literatuur, menselijke
verhoudingen en maatschappelijke verschijnselen een beeld van een in eerste
instantie zintuiglijk ervarend bewustzijn dat voortdurend op zoek is naar
nieuwe ontdekkingen.
Als voornaamste bedreiging van de menselijke soort ziet
hij de massificatie op alle gebieden, een collectivisering die de uitwerking
van destructieve instincten op noodlottige wijze kan vergroten. De
belangrijkste remedie daarentegen is de bewust ondernomen individualisering van
de mens. Overigens wordt de onafwendbaar lijkende collectieve ondergang met een
zeker blijmoedig pessimisme tegemoet gezien.
Kenmerkend voor Hillenius' essayistiek is het opzettelijk
onuitgewerkte, notitieachtige karakter ervan, dat een indruk van spontaniteit
achterlaat.
Zijn poëzie onderscheidt zich niet essentieel van
zijn proza: observaties en ideeën zijn hier tot hun absolute kern
teruggebracht. In zijn tweede bundel Een klein apparaat tegen
rechtlijnigheid (1975) is de geïntensiveerde zintuiglijke ervaring het
belangrijkste wapen geworden tegen het onontkoombare verval. Ontving o.a. de
Poëzieprijs van de Gemeente Amsterdam (1967).