De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Haisma, Nyckle J.

Eig. Nicolaas, Fries prozaschrijver (Ee, gemeente Oostdongeradeel, 18.5.1907-concentratiekamp Tjimahi, op Java, 22.2.1943). Onderwijzer, later leraar in Nederlands Oost-Indië, waar hij romans schreef geïnspireerd op zijn emotionele bindingen met zowel Friesland als de tropen: Paed oer 't hiem (= Pad over het erf; 1937) en Paed nei eigen hoarnleger (= Pad naar eigen hofstede; 1940), een dubbelroman, sinds 1943 verschenen onder de titel Peke Donia, de koloniael. Ook in zijn verhalen en novellen is het Indische element sterk aanwezig. In 1948 werd hem postuum de Gysbert Japicxprijs verleend.

Werken:

Simmerdagen (= Zomerdagen; 1933), p.; De kar (= De keuze; 1936), nov.; Suderkrús (= Zuiderkruis, 1939), met inl. van J. Piebenga; Simmer (= Zomer; 1948); It lân forline (= Het land verleden; 1951), met inl. van C. Kramer.

Literatuur:

D.A. Tamminga, in De Tsjerne (1946); F. Sierksma, in Idem (1948); S. van der Schaaf, in Idem (1952); D. Simonides, in Flecht op 'e koai (1970); K. Dykstra, in Lyts hânboek fan de Fryske literatuer (1977); T. Riemersma, It koarte forhael yn 'e Fryske literatuer fan de tweintichste ieu (1977); K.C. Scholten, in It Beaken, 40 (1978); T. Riemersma, Proza van het platteland (1984).

[F. Dam]