Haan, Jacob Israël de
Nederlands prozaschrijver en dichter (Smilde
31.12.1881-Jeruzalem 30.6.1924). Uit groot gezin van een joodse
godsdienstleraar, broer van de schrijfster Carry van Bruggen. Opleiding voor
onderwijzer; breuk met zijn opvoeding. Journalistiek werk in de sfeer van
socialisme en vrije gedachte. Als letterkundige debuteerde hij met novellen in
naturalistische trant, en met nogal traditionele gedichten (in het maandblad
Nederland). De roman Pijpelijntjes (1940) gaf als herkenbaar
beeld van intieme vriendenrelaties in het toenmalige Amsterdam veel aanstoot,
evenals Pathologieën (1908). Ook in de Libertijnsche
liederen (1914) blijkt De Haans homoseksuele aanleg. Inmiddels was de
dichter in contact gekomen met Verwey en diens maandblad De Beweging.
Hij keerde terug naar het joodse geloof, nu als overtuigd zionist.
Zijn twee bundels Het joodsche lied (1915 en
1921), ofschoon niet uitsluitend aan godsdienstige motieven gewijd, vormen een
hoogtepunt van joodse lyriek. Deels ontstaan uit herinneringen aan een vrome
jeugd, deels ook uit verlangens en verwachtingen, en soms uit de spanning
tussen streng geloof, modern denken en afwijkende erotische aanleg, treft dit
werk door persoonlijk pathos, kernachtige beeldspraak en een eigenzinnig
ritme.
Intussen was De Haan rechten gaan studeren; in 1916
promoveerde hij op een proefschrift over rechtskundige significa; in datzelfde
jaar werd hij privaatdocent aan de universiteit van Amsterdam. Hij behoorde tot
de signifische vriendenkring rond Van Eeden. Kort na wo i ging hij als
correspondent van Het Handelsblad naar Palestina en schreef daar een
reeks scherpzinnige feuilletons, ten dele gebundeld in Palestina (1925).
Hij ging noch in politieke, noch in godsdienstige zin akkoord met de heersende
opvattingen. De plannen voor zijn terugkeer naar Nederland stonden reeds vast,
toen hij werd vermoord.
De bundel Kwatrijnen (1924) bevat ruim 900
gedichten, uiteenlopend van toevallige notities tot gekristalliseerd zelfbesef.
De twee bundels Verzamelde gedichten (1952) bevatten behalve zijn niet
geheel volledig herdrukte zes bundels een belangrijke groep verspreide en
nagelaten verzen; maar het jeugdwerk van voor 1909 ontbreekt. De Haans leven
inspireerde Arnold Zweig tot zijn roman De Vriendt kehrt heim
(1942).