De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Groeningen, Aug. P. van

Geb. August Pieter Barendrecht, ps. Willem van Oevere, Nederlands prozaschrijver (Stad Ommen 14.2.1866-Rotterdam 12.2.1894). Heette sedert 2 juni 1869 August Pieter van Groeningen. Onderwijzer te Rotterdam; medewerker aan De Nieuwe Gids. Schreef onder invloed van de Franse naturalisten (Zola). Debuteerde met een novelle Haagsche Leen (1889); wilde een romancyclus in 10 delen schrijven: Van alle tijden, waarvan in 1890 het eerste deel verscheen: Martha de Bruin. De novellen in de postuum verschenen bundel Een nest menschen (1895, met voorw. van P. Tideman) geven, evenals de roman, een beeld van het troosteloze bestaan in de grote stad, zoals de schrijver dit aan den lijve had ondervonden.

Uitgaven:

Martha de Bruin (1936³, met voorw. van H. Gerversman; E. Francken (ed.), Volledig werk (aangevuld met brieven en inedita, 1978) met comm.; Een nest mensen, gevolgd door Een straat en een gang (1983), met een verantw. door R. van Riet.

Literatuur:

J. de Meester, `A.P. van G. en de epiek', in Taal en lett. (1898); H. Gerversman, `Een bijdrage tot de Genesis van tachtig', in De Nieuwe Gids (1925); J. de Graaf, Le réveil litéraire en Hollande et le naturalisme (1938); G.H. 's-Gravesande, `A.P. van G. en De nieuwe Gids', in Libertinage (1953); M. ter Braak, in Verz. werk dl. 6 (1950); E. Francken, `Een vergeten naturalist', in Tirade, 21 (1977); Idem, `De roman van A. v. G.', in Idem, 22 (1978).

[G.H. 's-Gravesande]