Fruytiers, Jan
Noordnederlands dichter (gest. vóór 1582).
Kenspreuk: `Weest dat ghij zijt'. Als factor van De roode Angieren te Rijnsburg
vervaardigde hij de bijdragen van deze kamer voor de wedstrijden te Rotterdam
(1561) en Brussel (1562). In 1564 bezorgde hij als drukker te Antwerpen een
uitgave van Het leenhof der ghilden, van Jan van den Berghe. Een jaar
later toonde hij zich het nieuwe geloof toegedaan in Ecclesiasticus, een
bewerking tot liedboek van het bijbelboek Jezus Sirach. In 1566
verschijnt Het leven der Roomsche... keyseren. Uitgeweken naar
Oost-Friesland schreef hij de Corte beschrijvinghe van de ellendighen...
watervloet... op 1 november anno 70 (1571, herdr. 1614) en de
Schriftmatige gebeden (1573). Gaf een ooggetuigeverslag van het beleg en
ontzet van Leiden in Corte beschrijvinghe van de strenghe belegeringhe ende
wonderbaerlicke verlossinghe der stadt Leyden in Hollandt. Behalve twee
geuzenliederen dichtte hij tenslotte Den Sendtbrief Pauli tot den
Romeynen (uitg. 1582).
Naast dit oorspronkelijk dichtwerk, waarin hij zich doet
kennen als een vaardig rederijker, een intens meelevend mens en een overtuigd
protestant, leverde Fruytiers nog enige vertalingen uit het Frans.