Ferron, Louis
Eig. Aloysius, Nederlands dichter en prozaschrijver
(Leiden 4.2.1942). Bracht zijn jeugd door in Duitsland; keerde in 1949 terug
naar Nederland. Werd streng katholiek opgevoed. Verhuisde na zijn huwelijk naar
België, maar keerde spoedig naar Nederland terug en werd copywriter bij
een reclamebureau.
Debuteerde met een cyclus gedichten, `Kleine
krijgskunde', in Maatstaf (mei 1962). Zijn eerste zelfstandig verschenen
publikatie was de poëziebundel Zeg nu zelf, is dit ontroerend
(1967). Na een tweede bundel gedichten, Grand Guignol (1974),
publiceerde hij alleen nog proza, waarmee hij pas echt naam zou maken. De delen
van de trilogie bestaande uit Gekkenschemer (1974), Het
stierenoffer (1975) en De keisnijder van Fichtenwald (1976) hebben
met elkaar gemeen dat ze alledrie de Duitse cultuurgeschiedenis als
hallucinerend decor hebben om daarmee de onafwendbaar lijkende ontwikkeling van
het Duitsland van Ludwig ii van Beieren tot en met nazi-Duitsland te
schilderen. Daarbij gaat het Ferron niet zozeer om een betrouwbaar
cultuurhistorisch beeld, als wel om de psycho-sociale verschijnselen die het
fascisme oproepen, waarbij die verschijnselen opgehangen zijn aan onderling
uitwisselbare en daardoor tijdloze personages. Zo wordt bijvoorbeeld het
personage Sternheim uit Turkenvespers (1977) samengesteld uit twee
historische figuren uit de filmwereld: Von Sternheim en Von Stroheim. De
filosofie van Nietzsche en de psychologie van Freud spelen in het werk van