Diekmann, Miep
Eig. Maria Hendrika Jozina, Nederlandse romanschrijfster
(Assen 25.1.1925). Van 1933 tot 1937 woonde ze op Curaçao waar haar
vader officier was. In 1947 debuteerde zij met Voltooid verleden tijd,
een roman voor oudere meisjes. In de sindsdien geschreven jeugdboeken, zo'n
50-tal, domineert de eigentijdse problematiek van jongeren, waarbij thema's als
erotiek, dood en politiek niet worden verzwegen. Zij weigert voorts onderscheid
te maken tussen specifieke meisjes- of jongensboeken om zo geen bevestigende
rol te spelen in bestaande clichés. Diekmann streeft naar erkenning van
het jeugdboek als literatuur, maar dan voor een bepaalde leeftijdsgroep.
Haar werk werd in vele talen vertaald en zij verwierf,
ook internationaal, vele prijzen. In 1956 kreeg ze de prijs van de
kinderboekenweek voor De boten van Brakkeput (1956). In 1960 werd haar
de internationale Hans Christiaan Andersenprijs toegekend voor Padu is
gek (1957). Voor de vertaling van En de groeten van Elio (1961)
kreeg ze de Westduitse Staatsprijs. In 1970 werd haar de Driejaarlijkse
Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur toegekend. Aanleiding daartoe
vormde het in datzelfde jaar verschenen Marijn bij de Lorredraaiers,
waarvoor ze 17de-eeuwse stof koos. In De dagen van Olim (1971)
beschrijft ze haar eigen jeugd op Curaçao.
Behalve voor jongeren schreef Miep Diekmann ook voor
volwassenen. Haar romans Een mens te kort (1957) en Een doekje voor
het bloeden (1970) behandelen de culturele en sociale verhoudingen op de
Nederlandse Antillen.