Colevelt, Jacob Jansz.
Noordnederlands toneeldichter (Amsterdam eind 16de
eeuw-ald. 1ste helft 17de eeuw). Heelmeester. Hij schreef o.a. Lusthoofien
ofte Vermaecklykheyt der maechden (1619), Graaf Floris en Gerrit van
Velsen (1628) in navolging van Hooft, en Hartoginne van Savoyen
(1634) waarvoor hij de stof ontleende aan de Tragedische historien van
Boaistuau, die deze op zijn beurt ontleend had aan Bandello.