Brandt Corstius, Hugo
Nederlands essayist en columnist (Eindhoven 29.8.1935).
Schrijft onder versch. ps. in diverse periodieken (De Volkskrant, Vrij
Nederland, Hollands Maandblad): Battus, Raoul Chapkis, Piet Grijs, Jan Eter
en Stoker zijn daarvan de bekendste. Studeerde wiskunde en algemene
taalwetenschap te Amsterdam, was redacteur van Propria Cures.
Promoveerde in 1970 op Excersises in Computional Linguistics, was
werkzaam bij het Mathematisch Centrum te Amsterdam en vervolgens aan het
Instituut voor Neerlandistiek aldaar. In 1974 werd hij buitengewoon lector aan
de Erasmusuniversiteit te Rotterdam.
Door middel van een logische en heldere redeneertrant
komt Brandt Corstius soms tot conclusies die de waarheid op zijn kop schijnen
te zetten: Ik sta op mijn hoofd (1966, Raoul Chapkis). Samen met De
reizen van Pater Key (1966, Raoul Chapkis) kan deze bundel als zijn
literair debuut gezien worden, in 1967 bekroond met de Anne Frankprijs. Zijn
activiteiten op het terrein van linguïstiek en computers blijken behalve
uit zijn dissertatie o.m. uit Algebraïsche taalkunde (1974) en
Computer-taalkunde (1978), maar ook uit zijn satirisch en polemisch
werk, zoals Blijf met je fikken van de luizepoten af!
Zijn onder ps. Battus geschreven Opperlandse taal-
& letterkunde (1981), een vrolijke en inventieve vorm van taalkunde,
werpt aan de hand van tal van formele taalspelletjes een verhelderend licht op
wat taal op het gebied van de vormgeving vermag. Zijn scherpe en sterk
polemische bijdragen waarin hij vaak bekende Nederlanders tot het mikpunt van
zijn satire maakt, leidden herhaaldelijk tot juridische stappen, echter zonder
dat tot strafvervolging kon worden overgegaan. Wel veroorzaakte dit minister
Brinkmans weigering hem in 1985 de P.C. Hooftprijs toe te kennen.