Vlaams literatuur-historicus en dichter (Gent
27.8.1808-ald. 14.8.1871). Van opleiding jurist, uit belangstelling
geschiedkundige in dienst van het Vlaamse zelfbewustzijn. Richtte in 1834 met
C.P. Serrure de Nederduitsche Letteroefeningen op, gaf o.a.
Theophilus (1836) uit en publiceerde De Nederduitsche schryvers van
Gent (1861).
Werken:
Aenmerkingen over de verwaerloozing der Nederduitsche tael
(1832); Liederik de Buck (1834), p.; Iwein van Aelst (1128)
(1842), r.; Volu-Spa of voorzegging der priesterin (1851), p.;
Gedichten (1953).
Literatuur:
D. Hermans, `Ph.M.B.', in Twintig Eeuwen Vlaanderen, 13:
Vlaamse figuren, 1 (1976); A. van Loey, `Notice sur Ph.M.B.', in
Annuaire Académie royale de Belgique, 143 (1977), met bibl.