De Nederlandse en Vlaamse auteurs
(1985)–G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 78]
| |
en die ca 350 regels omvat moet hebben. De tekst is, te zamen met twaalf andere rijmteksten overgeleverd in een hs. uit de 15de eeuw, een zgn. repertoirehandschrift, dat bestaat uit teksten verzameld ten behoeve van een entertainer, bedoeld om voorgedragen te worden bij feestelijke gelegenheden. De Blauwe schuit-tekst hierin is speciaal bedoeld voor voordracht bij de vastenavond (= carnaval)viering. Hij heeft een moraliserend doel en staat geheel in de traditie van de ironische standensatire, in die zin dat erin per stand degenen die zich misdragen in het maatschappelijk leven aan de kaak worden gesteld. De manier waarop de tekst versch. groepen mensen die buiten die standen terecht zijn gekomen beschrijft, suggereert dat dit te wijten is aan hun eigen gedrag. Zowel de vorm van de tekst, zgn. een oorkonde, als de blauwe schuit die hij beschrijft, zijn elementen die heel vaak een rol spelen bij de middeleeuwse carnavalsviering. In de laatste regels van de tekst wordt gemeld dat hij in 1413 door Jacob van Oestvoren zou zijn vervaardigd. | |
Uitgaven:H. Pleij (ed.), De blauwe schuit (1979). | |
Literatuur:A. Bozckowska, `Lunar Symbolism of "The Ship of Fools" of Hieronymus Bosch', in Oud Holland, 86 (1971); D.J. van der Ven, `Theatrum stultorum te Waldsassen, het narrenschip en de blauwe schuit', in Antiquaar, 4 (1973); H.C. Koert, `Uit de middeleeuwse gesch. van Hoedekenskerke', in Varia Zelandiae, 15 (1978); H. Pleij, Het gilde van de Blauwe schuit. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen (19832).
[F. van Thijn] |
|