tuur en leven (1900), Gedichten (1909),
Een zomerdroom (1919). Geïnspireerd door een late liefde toont zijn
talent in verspreid later werk een opmerkelijke verdieping: Ultima thule
(aflevering Helikon, 1938).
Van zijn Verzamelde gedichten (1946) is slechts
één deel verschenen. Van zijn hand zijn voorts: De techniek
der poëzie (1918) en Overzicht van de ontwikkeling der
Nederlandsche letterkunde (4 dln., 1914-1927).