De Nederlandse en Vlaamse auteurs
(1985)–G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
17de eeuw in Holland zijn uitgegeven. Apollo verscheen in 1615 bij Dirck Pietersz. Pers te Amsterdam als een voortreffelijk verzorgd boek, oblong formaat, voorzien van fraaie gravures. Het inleidende gedicht in alexandrijnen `Apolloos aanspraack totte Nederlandtsche jonckheyt' is van Bredero, die verder nog ten minste negen liederen heeft bijgedragen, waaronder vier boertige. Naast zijn bijdragen komen gedichten voor van Samuel Coster, P.C. Hooft, K. van Mander, Roemer Visscher e.a. Enkele zijn met een zinspreuk ondertekend, maar het merendeel is anoniem. De bundel weerspiegelt duidelijk de doorbraak van de renaissance zowel verstechnisch, bijv. de strakke jambemaat in de sonnetten, als thematisch, bijv. pastorale en minnepoëzie alsook enkele bruiloftsgedichten. | |
Literatuur:A. Keersmaekers, `Drie Amsterdamse liedboeken, 1602-1615', in Nieuwe Taalg., 74 (1981); Idem, `Gedichten van P.C. Hooft in Apollo', in Uyt liefde geschreven (1981).
[G. Stuiveling en P.M.M. Kroone] |
|