Schrijvers prentenboek van Suriname
(1979)–Gerrit Borgers, Kees Nieuwenhuijzen, Max Nord, Hugo Pos– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||
42
43
44
45
Toneel Van oudsher is de toneelspeelkunst bij de burgerij van Paramaribo in ere geweest. In 1837 wordt het toneelgenootschap Thalia opgericht en de nog steeds bestaande schouwburg van die naam gebouwd. Het reglement van orde verbood ‘slaven en personen blootsvoets’ de toegang tot het gebouw. Naast het traditionele, aan vaste tekst gebonden Europese toneel bestond ook het volkstoneel, dat voortgekomen was uit de oude, vrijwel verdwenen creoolse zang- en dansspelen. Op een bepaald gegeven wordt door de spelers vrijelijk geïmproviseerd. Regisseur Paul Storm ziet het belang van het kwijnend volkstoneel in. Hij spoort Sophie Redmond aan om haar schema's wat meer uit te werken. Dat leidt tot de opvoering van ‘Grontapoe na hasitere’ op 18 augustus 1950. Belangrijk is vooral de opvoering van Midzomernachtsdroom op 11 maart 1952 met Sranan tongoteksten van Paula Velder en winti-muziek van Baas de Drie. Wim Bos Verschuur hekelt sociale wantoestanden, terwijl Sophie Redmond voorlichting verschaft. Eddy Bruma is in de jaren vijftig de belangrijkste toneelschrijver. Hij grijpt terug naar het slaven-verleden (de geboorte van Boni, Basja Pataka, Tata Kolin). Ernesto Albin laat een volkstribunaal oordelen in | |||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||
een conflict tussen geweld en geweldloos verzet (Viva la vida! 7 januari 1958). Een Surinaams Passiespel, door Albert Helman in het Surinaams-Nederlands geschreven, leidt niet tot een toneeltraditie. In 1973 wordt door Thea Doelwijt en Henk Tjon het professionele Doe-theater opgericht. Het streeft ernaar om een nationaal theater te worden. 46
47
48
| |||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||
49
50
51
52
|
|