Jade, jaspis en de jitterbug. Wijsheid en schoonheid uit het leven van baron Van Stralen op rijm (onder pseudoniem Ton Ven)(1964)–F. Bordewijk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] De alligator Van Stralen had een alligator die klem zat in een ventilator boven een globe van Mercator waarop dan nog een percolator. Dat beest, in vliegkunst imitator (en slecht), daarneven usurpator van frisse lucht, doch qua orator niet onverdienstlijk, wees Van Stralen aan als verwekker zijner kwalen en zei: ‘Dit alles is úw schuld. Ik heb u veel te lang geduld, en nooit krijg ik 't brevet van vlieger met zulk een domme aartsbedrieger. Maar hoe kon 'k anders ook dan falen bij éen gebrandmerkt als Van Stralen? Voorwaar, ik had het moeten weten: u kon gerust Van Zakken heten. U zijt een rampenradiator, ik ben bij deze uw illustrator. Ik neem ontslag als procurator, en als uw boekhoudregistrator. Was ik maar eer denominator geweest van uw verwenste naam. Enfin, u treft alleen de blaam. Geef mij tenminste een elevator, maak mij tot liftboy, word mijn dator. [pagina 49] [p. 49] Daar zal ik mij dan neer bij leggen.’ Van Stralen wist toen niets te zeggen. Vorige Volgende