Jade, jaspis en de jitterbug. Wijsheid en schoonheid uit het leven van baron Van Stralen op rijm (onder pseudoniem Ton Ven)(1964)–F. Bordewijk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Dieren in huis Van Stralen was enorm groot dierenvriend; hij had die naam terecht, hij was verdiend. Op zeekre tijd hield hij een regenfluiter, dat niet alleen, hij was ook vurig ruiter en hield daarnaast een prachtig koolzwart paard, - en 't ongemak werd Blanche niet bespaard. Van geen van beide kon hij immers scheiden. Ze moesten steeds zijn levensweg verblijden. Te paard reed hij door 't huis, zat aan de dis, de vogel op zijn bord, liefst vol met vis. Te paard lag hij in bed, en ondertussen kweelde de regenfluiter op zijn kussen. Ja, zelfs daar waar de keizer gaat te voet, ging hij te paard. 't Werd zo een hele stoet. Dat lukte opperbest, en 't lieve pietje zong op zijn hoofd zijn regenfluitersliedje. Dit was, al stond Van Stralen onder druk, toch een fameus equestrisch meesterstuk. Vorige Volgende