Geschiedenis van Leuven. Geschreven in de jaren 1593 en 1594

Tafel opgesteld door Boonen.

Taefel ende inhout vanden I^en boeck.
Affcompste vande hertogen van Brabant	3
Salvius Brabon, I^e hertoge van Brabant,	4
De stadt van Tongeren gesticht	4
Carolus Brabon, de ij^e	4
Christus geboren vande maget Maria	5
Julius, de iij^e hertoghe	5
Christus gecruijst, onder keijser Tijberius	5
Nero, die keijsere, begint te regneren,	5
De steden van Dornicke, Aken, Uijtricht, Gulick ende Wiltenborch wordden gemaeckt,	5
Octavius, de iiij^e hertoghe	5
Tongeren bekeert totten christenen geloove,	5
Godardus, de V^e hertoghe,	5
Het slot van Hoij gefundeert,	6
Godefridus, de vj^e hertoghe,	6
De stadt van Mentz belegert,	6
Wericus, de vij^e hertoghe,	6
Artsardus, de viij^e hertoghe,	6
Oorloghe tegens d'Engelschen,	6
Marsiandus, de ix^e hertoghe, gouverneur van Henegouwen, Artoijs ende Picardijen,	7
Taxander, de x^e hertoghe,	7
Ansigisus, de xj^e hertoghe,	7
Mens ende Metz innegewonnen,	7
Carolus Pulcher, de xij^e hertoghe,	7
De Huijnen verdreven,	7
Lando, de xiij^e hertoghe, mette Franchoijsen tegens die Duijtschen,	7
Austrasius, de xiiij^e hertoghe,	7
De paelen van Nederlant,	8
Carolus Nason, de xv^e hertoghe,	8
De iiij Haijmans kinderen,	8
Carolus Hasbain, de xvj^e hertoghe,	8
Den oorspronck van Haspengouwe,	8
Carolomannus, de xvij^e hertoghe,	8
Sinte Begga ende Sinte Geertruijde,	8
Pipinus Priscus, de xviij^e hertoghe,	9
Grimoaldus, de xix^e hertoghe,	9
Anchises, de xx^e hertoghe,	9
Het clooster van Landen gesticht,	9
De Boogaerden ende Bagijnen beginnen,	9
Pipinus Herstel, de xxj^e hertoghe,	9
Sinte Lambrecht gedoot,	9
De Vriesen nemen het christen geloove aen,	10
Carolus Martellus, de xxij^e hertoghe,	10
Carolomannus, de xxiij^e hertoghe,	10
Pipinus Parvus, de xxiiij^e hertoghe, hoeffmeester vanden coninck van Vranckerijck,	10
Carolus Magnus, de xxv^e hertoghe,	11
Het lant van Jerusalem gewonnen	11
De croone van Christus tot Parijs gebracht, met een vande iij naegelen, een stuck van het cruijce, den doeck van Veronica ende Ons Livrouwen hemde,	11
Oorloge tegens den coninck van Lombardijen,	11
Vele cloosters gesticht,	11
De groote schole tot Parijs gefundeert,	11
Ludovicus, de xxvj^e hertoghe,	11
Het clooster van Coudenberch, tot Bruessel, gefondeert,	11
Heer Bastijn de Groote, riddere, grave te Loven,	11
Den oorspronck vande geslachten te Loven,	12
Lotharius, de xxvij^e hertoghe,	12
Carolus Calvus, de xxviij^e hertoghe, doet sijnen sone sijne oogen uijtsteken,	12
Hollant wordt een graeffschap,	12
Vlaenderen wordt een graeffschap,	12
Ludovicus Balbus, de xxix^e hertoghe,	12
De Denen ende Noortmannen comen int lant ende comen binnen Loven liggen,	12
Parijs belegert vande Denen ende Noortmannen,	13
Carolus Simplecx, de xxx^e hertoghe,	13
Rollo, een prince vande Denen ende Noortmannen, trout des hertogen dochtere, Giela genoempt,	13

[p. 511]

Ludovicus Simplecx, de xxxj^e hertoghe, van Hugo Capet gevangen geset, met sijnen sone,	13
De keijsere compt naer Vranckerijck omden hertoghe te verlossen,	13
De grave van Vermandoijs gehangen,	13
Carolus, de xxxij^e hertoghe,	14
Eenen grooten slach tegens Hugo Capet,	14
Louwe innegenomen,	14
De hertoghe met sijne huijsvrouwe wordt gevangen geset tot Orliens,	14
De hertoghe van Beemen werd kerstene,	14
Het clooster van Gemblours wordt gesticht,	14
Otto, de xxxiij^e hertoghe,	14

Interruptien vande hertoghen doer Godevaert van Ardenen, beginnende folio 14 ende ierst:
Godevaert van Ardenen, de I^e,	14
Canoniksijen Sinte Peeters, te Loven, ende Sinte Goedelen, tot Bruesselen, gesticht,	14
De canoniken van Sinte Peeters vercrijghen die thienden,	14
Het clooster van Affligem gesticht,	14
Goselijn van Ardenen, de ij^e,	14
Godevaert, de iij^e,	15
Godevaert, metten Bulte, de iiij^e,	15
Delft gefundeert,	15
Godevaert van Builloen, de v^e,	15
Reijse naer Jerusalem,	15
Antiochien innegenomen,	15
Jerusalem onder den Christenen 80 jaeren,	15
Victor, paus te Roomen,	15
d'Ordre vande Chartruijsen begint,	15
Urbanus paus, te Roomen,	15
d'Ordre vande Chisteaulx begint,	15
Vercoop vant hertochdom van Builloen,	15
Hendrick van Lijmborch, ruwaert vanden lande,	15
De gravinne Adelia, regente vanden lande,	15
Godevaert metten Baerde, de xxxiiij^e hertoghe,	15
Het ordre van Premonstreijt,	16
Het clooster van Floreff,	16
Het clooster van Vlierbeke,	16
Godevaert de ij^e, de xxxv^e hertoghe,	16
Het clooster te Postele gesticht,	16
Godevaert de iij^e, de xxxvj^e hertoghe,	16
De eerste poorten ende mueren van Loven,	16
Hendrick de j^e, de xxxvij^e hertoghe,	17
Een reijse ten heijliegen lande,	17
Het clooster ter Banck,	17
Luijck innegenomen,	17
Den slach te Montenaken,	17
De Sinte Peetersmannen, te Loven,	17
d'Ordre van Sinte Dominicus,	17
d'Ordre vande Minnebroederen,	17
Vrijheijt van die van Beerthem,	17
Vande Horenbrugghe,	18
Vrijheijt voer die van Binswijck,	18
Fiere Margrietken vermoort,	18
Het clooster vande Predicaeren,	18
tGodtshuijs van Gempe,	18
Sekere privilegien voer die van Loven,	18
Epitaphie vanden voerscreven hertoghe,	18
Hendrick de ij^e, de xxxviij^e hertoghe,	19
Machtilt, Maria, Beatricx ende Margareta, sijne kinderen,	19
Margareta int clooster tsHertogendaele,	19
De groote thiende van Overijssche,	19
Hendrick de iij^e, de xxxix^e hertoghe,	19
'tGroot Bagijnhoff,	19
De stadt Loven in vijven bedeijlt,	19
Clooster vande Wittevrouwen,	19
Clooster vande Predicaeren,	20
Vande hueringe vande goeden,	20
Hendrick de iiije, de xl hertoghe,	20
Kerckhoff vant groot Gasthuijs,	20
Verbont bij die van Loven met vele steden,	20
Vander Predicaerenhuijs,	20
Vande Augustijnen,	20
Jan de eerste, de xlj^e hertoghe	20
Ban vande wevers ende volders,	21
Confirmatie vander stadt rechten ende privilegien,	21
Hosdinne innegenomen,	21
Oorloge tegens den hertoghe van Geldre ende vanden slach voert casteel van Wormpt; eenen vande Sinte Peetersmannen	21
Sekere privilegien dijen van Loven gegeven, opt inschrijven van haere schuldenaeren; van de bede ende vande werckclocke,	21
Vanden grave van Hollant,	22
Den lantchaertere ende vele keuren aengaende,	22
Vande wollewaege, werckclocke ende dat de borgers sullen gehandelt wordden met vonnisse der schepenen van Loven, enz.	22
Vande Veemerckt,	24
Tournoij in Engelant,	24
Jan de ije, de xlij^e hertoghe,	25
De hellicht van Mechelen bijden hertoghe vercregen, tegens den bisschop van Luijck,	25
Vanden kerckhoff voert Stadthuijs,	25
Vanden slach voer Cortrijcke,	25
Diversche privilegien aen dijen van Loven, bijden hertoghe, verleent,	25
Van geene borgers uyter stadt te vueren, maer die [te] handelen metten rechte, met confirmatie vande stadts privilegien,	25
Vande ledige plaetsen genoempt d'Opstallen binnen Loven,	25
Van geestelijcke persoonen egheene erffve te mogen besitten dan die zij bewoonen,	26
Vande waegen,	26
Van het werffgelt,	26
Van te campe te eijsschen,	26
De poorters moeten handelen met vonnisse vanden schepenen,	26
Van het rasteren op de borgers, te Loven,	26
Van keuren ende breucken,	26
Van die de stadt wederspannich zijn,	26
Vanden ballinghen,	26
Van geene poorters vuijter stadt oft vrijheijt te mogen vueren in gevanckenisse,	26
Vande bieren te brouwen opde Banmijle van Loven,	26
Vande momborijen vanden Gasthuijsen, vanden heijliegen Geest, vande Banck ende anderen,	26
Dat het laeckenhuijs de stadt toebehoort,	27
Den chartre van Corttenberghe,	27
Cappelle van Sinte Cathlijnen,	28
Jan de iij^e, de xliij^e hertoghe,	28
Confirmatie der stadsrechten ende privilegien,	28
Van abdijen,	28
Van ghelt te slaene,	28
Van Meijerijen,	28

[p. 512]

Vanden Seneschal,	28
Soo verre dlant in noode waere van ghelde, tselve mogen haelen te Lombaerden oft eldere op tshertogen coste, te verhaelen bij affhoudingen van sijne bosschen oft verhueringe van sijne vijvers,	29
Drije groote plaegen beginnen int lant,	29
Laeckenhalle, opde Proeffstraete,	29
Sittert belegert,	29
Reijnault van Valckenborch, te Loven gevangen geset,	29
Den selven opt slot te Geneppe geset en losgelaten,	29
Grooten brant te Loven,	29
Valckenborch belegert,	29
Diversche privilegien bijden hertoghe dijen van Loven gegeven,	29
Van ticht op eenighe borgheren,	29
Van contracten met bedwanghe,
Dat 'smeijers ende stadts cnapen geene taverne en mogen houden,	29
Dat men geen poorters in hechten setten en mach,	29
Vercrijch vande Vischmerckt,	29
Van geene laeckenen noch wolle te mogen weven, vollen, verwen, noch sieden op 2 mijlen vande stadt,	29
Dat de stadt haere porterije mach vercoopen,	30
Dat de poorters van Loven vrijelijck mogen visschen ende jaegen,	30
De keijserinne, te Loven,	30
Confirmatie van allen der stadsprivilegien ende chaertren,	30
Van dootslaegen,	30
Nieuwe vesten te mogen maecken,	30
Sekeren ban van wevers,	30
Vande ij dochters van heer Jan van Crowenckel, tot Libbeke, nu Gempe,	30
Lilloo bedijckt,	30
De Luijckenaeren verslaegen,	30
Consent bijden hertoghe de stadt gegeven van haere accijsen te mogen meerderen ende minderen, naer haere goetduncken,	31
Sekere poincten ende ordonnantien bijden hertoghe dijen van Loven verleent ende geconfirmeert,	31
Vande Molens,	31
Vande Arcken,	31
Van quetsueren,	31
De borch te Turnhout, metten cloostere, gemaeckt,	31
Rode, over Maese, belegert,	31
Wenceslaus van Behem, met vrouwe Joanna, de xliiij^e hertoghe van Brabant,	31
Van geenen tot den raede vanden hertoghe te mogen nemen dan geboren Brabanders,	32
Van varen ende vlieten opden gerechten tol,	32
Vande straeten vrij ende open te houden,	32
Van Sinte Peetersmannen, van Loven, te houden in haeren ouden rechte,	32
Haesen ende vossen te mogen jaegen alle Brabant dore, sonder calengieren,	32
Vanden landvrede te houdene,	32
Van geene oorlogen te beginnen oft pandinghen te mogen doen, dan bij consent vanden gemeijnen lande,	32
Van meijerijen ende vorsterijen selve te moeten bedienen,	32
Van geene gevangene vuyten lande van Brabant te mogen vueren,	32
Van geen Drossaert oft Richtere, in Brabant, te mogen maken dan van wettighen bedde,	32
Van besueck te doene opde officieren van Brabant,	32
Van dootslaegen,	32
Van malcandere niet te mogen buijtens lants daegen,	32
Vanden schaeck van jonckvrouwen ende vande selve te ontleijden,	32
Van paelinghen,	32
Confirmatie vande privilegien vanden cloosteren,	32
Van leecke persoonen tegens malcanderen dingende ende zoo een van hen sijne actie overgave aen eenige gheestelijcken persoonen, dat die verbeuren soude lijff ende goet,	32
Dat ridderen ende cnapen sullen moghen jaegen alderhande groot wilt,	32
Confirmatie vande privilegien vanden lande ende steden, metten chartre van Corttenberghe,	32
Grooten slach in Vlaenderen, alwaer die Brabanders die nederlage hadde,	33
Bruessel ende Loven vande Vlaeminghen innegenomen; Bruessel wederomme bijden hertoghe innegenomen ende Loven verlaten,	33
De buijten Vesten vande stadt Loven wordden begonst te maecken.	33
Commotie Peeters Couthereel, meijere van Loven,	33
Die gemeijnte werpen die Biest- ende Heijliegegeestpoorten metten vesten aff,	35
De wet verrandert bij Peeter Couthereel,	35
De hertoghe compt binnen Loven opde naevolgende conditien: dat Couthereel mette sijne uijttrecken sal, bloot hooffs, ongewapent ende den hertoghe genade bidden,	35
Dat de weth soo wel uijten natien als uijten geslachten sal gecosen wordden: vier schepenen uijten geslachten ende drie vande natien, elf gesworene uijten geslachten ende elf uijten natien ende eenen commoengemeester van elck; de dekenen halff uijten geslachten ende halff uijten natien,	35
Dat de gene gecosen sijnde tot eenigen dienst vande stadt, tselve sal moeten bedienen, op bedwanck met lijff ende goet,	35
Dat niemant in dienst sijn en mach dan geboren Brabanders,	36
Dat de gemeijnte geene wapens draegen en sullen,	36
Dat men die van Loven handelen sal met recht ende vonnisse met confirmatie vander stadts privilegien,	36
In cas van eenigen discoorde oft twist inde stadtsrade, dat dat beslicht sal worden bijde Prioors vande Predicaeren, Augustijnen ende Gardiaen vande Minnebroederen,	36
Couthereel van sijne meijerije gedestitueert,	36
Couthereel wordt commoengemeester gecosen,	36
De hertoghe compt voerde stadt Loven, met groote menichte van volcke, ende belegert die stadt,	36
Dat die van Loven ij werff oft ten minsten eens 'sjaers sullen rekeninghe doen,	36
Dat die vande geslachten ende gemeijnte goede vrienden blijven selen ten eeuwigen daegen,	36
Dat alle nieuwe ordonnant en te niet sijn sullen, als van vele huijsen, marchschalcken, conestabels, hooftmannen ende van bekkenen te slaen,	36
Dat men de stadt voertaene regeren sal metten commoengemeesters, schepenen ende raedt,	36
De voerscreven peijs coste de stadt 44,100 mottoenen, waermede de Borch, te Vilvoorden, gemaeckt wordde,	36
Couthereel reijst naer Vueren, bijden hertoghe,	37
Urbanus, de v^e paus, confirmeert allen der stadts privilegien,	37
De selve verleent de stadt ende de innegesetenen datmen se, met brieven vanden stoel van Roomen oft legate, uijte stadt Loven niet en sal betrecken soo lange sij bereet zijn te rechte te staen onder hunnen ordinaris richtere,	37
Negen persoonen geordonneert om den goeden mannen

[p. 513]

vanden geslachten haere schaede uijter stadt goeden te restitueren mits de schattinghe Peeters Couthereel,	37
Couthereel met sijnen aenhangeren, uijten lande gebannen,	37
De groote Spuije, te Loven, begonst,	37
Verranderinghe vande weth te Loven,	37
Sekere poincten bijden hertoghe ende hertoginne de stadt gegeven ende geconfirmeert,	37
Waerovere die vanden raede judicature hebben,	37
Vande momboirije vanden Gasthuijse ende anderen,	37
Wat, degenen die ter Banck ontfangen sullen wordden, sullen moeten innebringhen,	37
Vanden rentmeester ter Banck ende voer wie hij zijne rekeninghe doen moet,	37
Sekere ordonnantie bijden voerscreven hertoghe gemaeckt vande Dijle te beleijden,	37
Vande rivieren vrij ende onbecommert te houden,	38
Hoe de molens op haere oude bedden moeten liggen,	38
Vande breijdde vande Dijle,	38
Dat alle beletselen ende overhangen vande Dijle moeten aff sijn binnen xiiij daeghen, naer de beleijdinghe,	38
Vande hammen aff te doene,	38
Vande molens tusschen Werchter ende Sint Aechten Rode,	38
De wijdde vande commen vande molens,	38
De wijdde vande wintgaten vande molens,	38
De wijdde vanden Amolen,	38
Vande overberderen vande molens,	38
Dat de gaten vande molens altijt loopen moeten,	38
Vanden Redingenmolen, Bommalemolen ende molen te Corbeke,	38
Vanden Moutmolen ende Molen tot Heverle,	38
Den aerm vande Dijle achter de Predicaren, gaende naer den Amolen, moet wijt sijn x ½ voeten,	38
Vanden balck vande arcke achter Sinte Geertruijden,	38
Den slach te Baeswilre,	38
Confirmatie vande chartre van Corttenberghe mette naevolgende poincten:	39
Van eenen iegelijcken recht te doene,	39
Die misdaden tegens de chartre van Corttenberghe,	39
Dat niemant egeene officien in Brabant bedienen en sal, dan ierst gesworen hebbende den voerscreven chartre te onderhouden,	39
Vande richtere ende ambachten in Brabant,	39
Dat men die vanden raede van Corttenberghe niet en mach nemen totten raede van Brabant,	39
Vande gerechtdaegen van die van Corttenberghe,	39
Vande macht vanden raede van Corttenberghe,	39
Sekere privilegien ende poincten bijden hertoghen dijen van Loven verleent,	39
Dat hij die van Loven handelen sal met recht ende vonnisse,	40
Confirmatie van allen de stadt rechten ende privilegien,	40
Dat de stadt haere accijsen sal mogen setten ende nemen mindere oft meerderen, naer haere goetduncken, eenen termijn van xx jaeren,	40
Dat alle jaere sullen gestelt wordden vij schepenen uijten geslachten,	40
Veranderinghe vanden raede,	40
Dat weert noch wisselaer en mach sijn vanden Gildenregimente,	40
De schaede vanden oorloge van Gulick ende consent van eene bede van negen hondert duijsent mottoenen,	40
De parochien wordden geschat eenen termijn van iiij jaeren, tot het vervangen vande voerscreve bede, waerinne die papen ende clercken niet en wilden contribueren,	40
Heijlich Sacrament van Miracule ten Augustijnen,	40
De hertoghe ende hertoginne geloven de stadt vj jaeren lanck, met hunnen raede, opde Borch te comen woonen, op sekere conditien,	40
Sekere privilegien ende poincten bijden hertoghe der stadt geaccordeert ende geconfirmeert,	41
Verranderinghe vande weth,	41
Dat die vande weth moeten sijn geboren brabanders van wettighen bedde ende poorters van Loven,	41
Vande wachte, waervan de Meijere van Loven de last heeft, vande selve te meerderen ende minderen, naer gelegenheijt vande tijde,	41
Dat de binnen poorten moeten open blijven,	41
Vanden pontgelde,	41
De groote commotie vande Witte Caproenen, te Loven, mette gemeijnte, tegens die heeren, daer groote moort dore geschiedde,	41
Andere commotie binnen Loven,	42
De hertoghe compt voer Loven ende belegert de stadt,	42
Die de stadt belegeren wordden goede lieden genoempt,	42
De hertoghe compt binnen Loven, opde naervolgende conditie: datter 19 persoonen tsijnder eere souden uijttrecken,	43
Dat de stadt sal geregeert worden bijde Commoengemeesters, Schepenen ende gesworenen vanden Raede,	43
Het overbringen vande gesworenen ende van hunnen eede,	43
Vande wachte te setten ende ordonneren, ende bij wijen tselve gedaen wordt ende wordt overgegeven,	43
Dat de cammen, staende opde halve mijle van Loven, de stadt accijsen sullen blijven betaelen,	43
Dat de buitenpoorters den last sullen betaelen gelijck de binnenpoorters,	43
Consent vande buijten vesten te sterckene,	43
Dat de stadt de Loo sal mogen uijtgeven, tot winnende landen,	43
De stadt moet ter beternisse geven xj^m mottoenen,	43
Het maelgelt wederomme opgestelt,	43
Confirmatie van allen der stadt privilegien,	43
Dat men alle poorteren handelen sal met recht ende vonnisse,	43
H^r Jan de Swerttere voert stadthuijs gericht, metten sweerden,	43
De Biestpoorte wordt begonst te maken, die bijde gemeijnte affgeworpen was; mede oock de heijliege Geestpoorte,	43
Doot van hertoghe Wencelijn,	44
Die van Loven reijsen naer Bruesselen bijde hertoginne om brieven te vercrijgene van eenen iegelijcken recht ende vonnisse te doen, binnen den iij daege,	44
Dat alle vonnissen ende hooftvonnissen bij schepenen van Loven gewesen, moeten ende schuldich sijn volbracht te wordden,	44
Dat de poorters van Loven malcandere sullen mogen bijstaen, waert saecken dat iemant van buijten eenich poortere opliepe,	44
Confirmatie bij vrouwe Joanna gedaen vande privilegien bij hertoghe Wencelijn dijen van Loven verleent, nopende het uijtgeven ende vercoopen vande landen vande Loo, die verclaert wordden thiende vrij te wesen,	44
Dat die van Loven, binnen den lande vanden hertoghe van Brabant, tol vrij sijn,	44
Sekere bulle vanden paus daermede verboden wordt dat men niemant van binnen Loven voerdere daegen en mach dan voer den abt van Perck,	44
D'Accijsen van allen drancken te Hove, ter Beken, inde Groeve, te Vinckenbosch, te Voorde, te Langendael ende eldere bijde stadt vercregen, tegens den heere van Heverle	44

[p. 514]

Eene bede versocht van c^m guldens, tot lossinghe van tshertogen neven, die in heijdenisse gevangen waeren,	45
Oorloge tegens den hertoghe van Geldre,	45
Anthonis van Bourgoindien, de xlv^e hertoghe van Brabant, ontfangen als hertoghe van Brabant met confirmatie van slants ende der steden privilegien,	46
Confirmatie vande schepenen brieven van Loven, porterijen, beleijden ende Sinte Peetersmannen,	46
Den grooten slach te Schindrevale tusschen den eleckt van Luijck ende den heere van Horne,	46
Tractaet van huwelijck tusschen h^r Anthonis ende vrouwe Elisabeth van Gorlitz, hertoginne van Luxenborch,	46
De hertoginne gelecht, te Bruessel, van eenen jongen sone,	47
De grooten slach te Blangijs, in Vranckerijck, alwaer die hertoghe van Brabant verslaegen werdt,	47
Jan de iiij^e, de xlvj^e hertoghe,	48
Dispensatie heeren Jans met vrouwe Jacoba, gravinne van Hollant,	48
Incompst vanden voerscreven hertoghe Jans, met confirmatie vande stadtsprivilegien,	48
De voerscreve hertoginne compt te Loven,	48
Hoe sij van haeren man gescheijden es,	48
Dat de stadt van Loven eenen iegelijcken sal mogen poortere ende poorteresse maken,	48
Vande schipvaert tusschen Loven ende Wavere,	48
Sekere privilegien bij heeren Jan dijen van Loven gegeven, mette naervolgende poincten: van eenen iegelijcken recht ende vonnisse te doene,	49
Vande possessien van goeden,	49
Hoe men die wethouders ende schepenen kiesen sal, ende ingevalle die hertoghe die niet en stelde dat die affgaende schepenen die sullen moghen kiesen,	49
Vanden Ruaert vanden lande die volcomen macht hebben sal, allen saecken te doen als prince ende heere vanden lande,	49
Dat de hertoghe egeene steden, sloten oft domeijnen en mach ewech geven,	49
Vant volck van wapenen te mogen wederstaen,	49
Dat geene cloosters en mogen belast wordden met gasterijen,	49
Vande officieren dat sij moeten bethoonen te sijne geboren Brabanders,	49
Wat eedt die drossaert vanden lande doen moet,	49
In wat vuegen d'officier eenen stadthoudere setten mach ende hoe hij recht doen moet des versocht sijnde,	49
Dat men gelt noch goet geven en mach voer officien,	49
Van verheff van eenen vollen leene,	49
Sekere accoordt met die van Sint Aechten Rode aengaende die schipvaert van Wavere,	49
Die Brabanders met die van Loven liggen voer Pragen, in Beemen,	49
Het maken van eene kokene in 't hoff van Vlierbeke, tot behoeff vanden hertoghe,	49
Het maeken van eene saele int voerscreven hoff van Vlierbeke, int graeven vande fundamente vande welcke eenen hertoghe gevonden werd, in eene tombe aldaer,	49
Oorloge, in Henegouwe, tegens den grave van Cloucestre met vrouwe Jacoba geallieert,	49
Institutie vande heerlijcke Universiteijt binnen Loven,	49
Den coop van eenen huijse, opde Nieuwstraete, om te lesen artes,	50
Philips van Sint Pol, de xlvij^e hertoghe van Brabant,	50
De confirmatie vander stadts-ende des lantsprivilegien,	50
Vande prebenden vande studenten,	50
Vande faculteijt inde Godtheijt,	50
Vande xv^e canonicxprebende,	50
Ban vande Engelsche lakenen uijten lande,	50
Tractaet van houwelijcke tusschen de voerscreven hertoghe ende vrouwe Toulete, des conincx van Sicilien dochtere,	50
Doot vanden voerscreven hertoghe,	50
Philips van Bourgoindien, de xlviij^e hertoghe van Brabant,	51
Confirmatie vande stadts- ende de lantsprivilegien,	51
Houwelijck tusschen des voerscreven hertoghe ende vrouwe Isabella, des coninckx dochtere van Portugael,	51
Geboorte van eenen sone vanden voerscreven hertoghe, Anthonis genoempt,	51
De hertoginne compt binnen Loven,	52
Oorloge tusschen Luijck ende Naemen,	52
Geboorte van eenen sone des voerscreven hertoghe, Jan genoempt,	52
De faculteijt inde Godtheijt vercregen,	52
De hertoginne geleght van eenen jonghen sone, Caerel genoempt,	52
Oorloge tegens den Dolphijn van Vranckerijck,	52
Peijs getracteert tusschen Brabant ende Vranckerijck,	52
Een houwelijck getracteert tusschen hertoghe Caerel ende vrouwe Catharina, des conincx van Vranckerijcx dochtere,	53
Caleijs belegert,	53
Het lant van Luxenborch overgegeven aenden hertoghe van Brabant, waervore het lant jaerlijck moeste geven v^m rhinsgulden lijffrenten,	53
De hertoginne compt te Loven, met Caerel haeren jongen sone,	53
Hoe dat de stadt haere doctoren mach veranderen, op ende affsetten, ende die loonen met haere geincorporeerde prebenden,	53
Het stadthuijs werd te Loven gemaeckt,	53
Audenaerden belegert,	53
Miraculeuse victorie in Hongarijen, tegens die Turcken,	54
Oorloge tusschen den hertoghe ende dlant van Luijck,	54
Sinte Peeters kercke metten toren, te Loven, brant aff,	54
De hertoginne gelecht van eenen jongen sone, te Geneppe, ende wordt Joathan genoempt,	54
Oorloge tegens die Franchoijsen,	54
Oorloge tegens die Luijckenaeren,	54
Doot van hertoghe Philips van Bourgoindien,	55
Caerel van Bourgoindien, de xlix^e hertoghe van Brabant,	56
Confirmatie der stadt ende slandtsprivilegien,	56
Oorloge tegens die Luijckenaeren,	56
Luijck innegenomen ende overgegeven,	56
De hertoghe van Brabant wordt gemaeckt erffvoecht ende momboir vande landen van Luijck ende Loon, met alle sijne naecomelinghen,	57
Dat de steden vanden lande van Loon haere hooftvonnisse te Loven moeten haelen,	57
De hertoghe compt te Loven uijten lande van Luijck,
De hertoghe houdt te Brugge, met vrouwe Margariete van Yorck, de sustere vanden coninck van Engelant,	57
Die van Luijck beginnen wederomme te rebelleren,	57
Den bisschop van Luijck wordt gevangen,	57
Luijck wederomme belegert ende innegenomen, met gewelt,	58
De hertoghe compt binnen Loven uijten lande van Luijck,	58
Het gheestelijck hoff vanden lande van Luijck te Loven gelecht,	58
De hertoginne compt ierstwerven binnen Loven,	58
De conservatorije wordt vercregen,	59
Amiens belegert,	59

[p. 515]

Ruwaenen ende Mondidier belegert, ende de hertoghe versueckt vande lande v^m mannen van wapenen,	59
Den sone vanden hertoghe van Gheldre neempt sijnen vadere gevangen, hem makende heere vanden lande,	59
De hertoghe van Brabant coopet lant van Geldre, ende treckt derwaerts omt lant hem onderdaenich te maken,	59
Nijemmegen belegert,	60
Nuijs belegert,	60
Lusaenen belegert,	60
Nancij, in Lorreijnen, belegert, alwaer hertoghe Caerel verslaegen werd,	60
Maximiliaen van Oostenrijck, met vrouwe Maria van Bourgoindien, de 50^e hertoghe van Brabant,	61
Incompste vande hertoginne van Brabant, met confirmatie des lants ende der stadt privilegien,	61
Oorloge tegens den coninck van Vranckerijck,	62
Houwelijck tusschen de hertoginne, vrouwe Maria van Bourgoindien ende hertoghe Maximiliaen van Oostenrijck,	62
Incompste van hertoghe Maximiliaen binnen Loven,	62
De hertoginne gelecht van eenen jonghen sone, tot Brugge, ende wort Philippus genoempt,	63
Oorloge tegens die Franchoijsen, in Artoijs, ende quaetwilligen in Henegouwe,	63
Eenen grooten slach voer Terwaenen,	63
De hertoginne gelecht, tot Bruessel, van eene jonge dochter, die Margariete genoempt werd,	63
Vrouwe Margariete, hertoghen Caerels weduwe, treckt naer Engelant, bij haeren broedere, om hem te bidden, hem te willen vuegen metten hertoghe van Brabant, tegens den coninck van Vranckerijck,	63
Hertoghe Maximiliaen compt binnen Loven, ende treckt naert lant van Luxenborch ter oorlogen,	63
De hertoginne vrouwe Marie es te Bruessel gelegen van eenen jonghen sone ende werd Franciscus genoempt,	64
Doot van vrouwe Marie, tot Brugge,	64
Vergaerderinghe vanden lande tegens hertoghe Maximiliaen,	64
Oorloghe tegens die van Luijck,	64
Den cost diet lant heeft moeten draegen, ter saken vanden voerscreven oorloge van Luijck,	65
Heer Willem van Arenberghe gevangen ende tot Maestricht onthooft,	70
Hertoghe Maximiliaen wordt Roomsch coninck gecosen, tot Franckfoort,	70
Hertoghe Philips, hertoghe Maximiliaens sone, compt te Loven,	70
De keijsere Frederick compt te Loven, met hertoghe Maximiliaen, sijnen sone,	70
Grooten oproer int lant ende oorloghen in Vlaenderen,	70
Den peijs tusschen hertoghe Aelbrecht van Sassen ende den lande, genoempt den peijs van Danebroeck, daertoe die van Loven moesten geven xciij^mvj^cl xiiij st. artois,	71
Vanden vrijen mercktdach te Loven,	71
De Wijngaertpoorte werd gemaeckt,	71
Doot van keijser Frederick, ende coninck Maximiliaen wordt keijsere,	71
Philippus van Oostenrijck, de 51^e hertoghe van Brabant,	71
Confirmatie des lants ende steden privilegien,	71
Tractaet van houwelijck tusschen Ferdinandus, den prince van Spaengien, ende vrouwe Margariete van Oostenrijck,	72
Tractaet van houwelijck tusschen hertoghe Philips van Oostenrijck ende vrouwe Joanna, de ij^e, dochtere des conincx van Spaengien, ende zijn binnen Liere getrouwt,	72
Vrouwe Joanna es tot Bruessel van eene jonge dochtere gelegen, ende werd Leonora genoempt,	72
Vrouwe Margariete compt uijt Spaengien, in Brabant, naerde doot van haeren man ende werd besteet aen hertoghe Philibert van Savoijen, ende werd gouvernante van dese Nederlanden,	72
Vrouwe Joanna es, tot Ghent, van eenen jongen sone gelegen, ende werd Carolus genoempt,	72
De selve gelecht van eene jonge dochtere, tot Bruessel, ende werd Isabella genoempt,	72
Hertoghe Philips, met sijne huijsvrouwe, trecken naer Spaengnien,	72
Vrouwe Joanna es in Spaengnien gelegen van eenen jongen sone, Ferdinandus genoempt,	72
Hertoghe Philips compt wederomme uijt Spaengnien, ende compt te Loven,	73
Hertoghe Caerel van Oostenrijck, met vrouwe Isabella, sijn sustere comen te Loven,	73
Vrouwe Isabella, coninginne van Spaengnien, es gestorven,	73
De coninckrijcken van Castillien, Lijon ende Grenaden verstorven op onse hertoginne,	73
De hertoghe treckt naert lant van Gheldre, om dlant hem onderdanich te maken, ende treckt soo vorts naer Spaengnien,	73
Vrouwe Joanna es gelegen van eene jonge dochtere, ende werd Maria genoempt,	74
Hertoghe Philips is in Spaengnien gestorven,	74
Oorloge tusschen Brabant ende Geldre,	74
Thienen, bijden hertoghe van Geldre, innegenomen,	74
Vrouwe Joanna is in Spaengnien van eene jonge dochtere gelegen, ende werd Joanna genoempt, endewert ten houwelijcke besteet aen Christern, den coninck van Denemercken,	74
De jonge hertoghe Caerel, met vrouwe Margariete van Oostenrijck, duwagiere, te Loven, ende de stadt doet eenen costelijcken maeltijt,	74
Venloo belegert,	75
Bommel, Tielt ende Wissem vanden hertoghe van Geldre innnegenomen,	75
Die keijsere Maximiliaen word, te Loven, als momboir van hertoghe Caerel ontfanghen,	75
Terwaen ende Dornicke, bijden keijsere Maximiliaen, innegenomen,	75
De keijsere Maximiliaen treckt naer Duijtslant,	75
Carolus van Oostenrijck, de lij^e hertoghe van Brabant, de v^e keijsere, coninck van Spaengnien, enz.	75
Confirmatie des lants ende der stadt Loven privilegien,	75
Peijs tusschen hertoghe Caerel ende den coninck van Vranckerijck,	75
De feeste vanden Gulden Vliese,	75
De Clarissen innegeleijt,	76
Eene groote bruijloft tot Heverle, tusschen Monsieur Danssij ende de nichte van mijne heere van Chievren,	76
Hertoghe Caerel treckt naer Spaengnien, alwaer hij coninck gecroont wert,	76
Vergaerderinge van vele volcx, genoempt den swertten Hoop, ontrent Deventer verslaegen,	76
Grooten brant opden Blauwenput,	76
Confirmatie vanden pontgelde de stadt van Loven van allen ouden tijden competerende,	76
Doot vanden keijsere Maximiliaen,	76
Hertoghe Caerel uijt Spaengnien comen sijnde, compt binnen Loven,	76
De Conincklijcke Majesteijt treckt naer Luijck,	77
Coninck Caerel word roomsch coninck gecosen,	77
Oorloge tegens den coninck van Vranckerijck,	77
Institutie vant clooster van Onse Lieve Vrouwen inden Wijngaert, onder die Borch,	77

[p. 516]

Rodes vande Turcken belegert ende innegenomen,	77
De Franchoijsen verdreven uijt Lombardijen, Milaenen ende Italien,	77
De Keijserlijcke Majesteijt belegert Marsiliën,	77
Den slach voer Pavien tusschen de K.M. ende den coninck van Vranckerijck,	77
De Keijserlijcke Majesteijt trouwt Isabella, des conincx sustere van Portugael,	78
Peijs getracteert tusschen de K.M. ende den coninck van Vranckerijck,	78
De Dorpstraet buijtenpoort word gemaeckt,	78
Vande schipvaert van Wavere,	78
Vrouwe Isabella, des keijsers huijsvrouwe, gelecht van eenen jonge sone, ende wordt Philippus genoempt,	78
Roomen innegenomen bijden heere van Bourbon van wegen de K.M.	78
Eenen brantstichtere te Loven gericht,	78
Weenen belegert vande Turcken, daer vore latende wel lx^m mannen,	79
De sweetende oft engelsche sieckte int lant,	79
De K.M. wordt keijsere gecroont ende coninck van Lombardijen,	79
De K.M. compt binnen Loven,	79
Doot van vrouwe Margariete, hertoginne van Savoijen,	79
Ferdinandus, de broedere vande K.M., coninck van Hungarijen ende Behem, wordt roomsch coninck gecosen,	79
Houwelijck tusschen Alexander de Medicis ende vrouwe Margariete,	79
Groote commotie binnen Bruessel doerde dierte vanden graene,	79
xvij dorpen in Zeelant verdrincken,	79
Lantjuweel vanden hantboghe ende vande gebrockenen pesen te Loven,	80
De Hoelstraet buijtenpoorte gemaeckt,	80
La Goulette ende Thuenis innegenomen,	80
Bestant van x jaeren tusschen de K.M. ende den coninck van Vranckerijck,	80
Vrouwe Isabella, des K.M. huijsvrouwe, is in Spaengnien van kinde gestorven,	80
De uijtvaert te Loven gedaen,	80
De K.M. compt uijt Spaengnien in Brabant omde rebellie van die van Ghent,	80
Mertten van Rossem compt int lant, doende groote schade,	81
Dueren innegenomen bijde K.M.	82
Philippus van Oostenrijck wordt coninck van Spaengnien ende neempt te houwelijcke vrouwe Isabella, des conincx dochtere van Portugael,	82
De K.M. compt binnen Bruessel, met vrouwe Marie coninginne van Hungarijen, sijne sustere, gouvernante van dese Nederlanden, ende treckt naer Bergen, in Henegouwe, om aldaer te verwachten vrouwe Leonora, des conincx van Vranckerijck sustere,	82
Vrouwe Isabella is in Spaengnien gelegen van eenen jongen sone, ende werd Carolus genoempt,	83
De feeste vanden Gulden Vliese,	83
Groote schade tot Mechelen vanden poedere doort onwedere bijgecomen,	83
Groote oorlogen in Duijtslant tegens die vande nieuwe religie,	83
Doot van coninck Hendrick van Engelant,	83
Doot vanden coninck van Vranckerijck,	83
De hertoghe van Saxen ende de lantgrave van Hesse vande K.M. gevangen,	83
Philippus van Oostenrijck, coninck van Spaengnien, de liij^e hertoghe van Brabant,	83
Den eedt vande C.M. gedaen der kercken van Sinte Peeters ende anderen,	84
Den eedt die hij de stadt Loven gedaen heeft,	84
Den eedt die d'innegesetenen van Loven de C.M. gedaen hebben,	84
Hoe d'innegesetenen geviert hebben,	85
De prijsen die bijde stadt d'innegesetenen sijn gegeven voert schoonste vieren,	90
De prince van Orangien trouwt de dochtere van grave Maximiliaen van Bueren,	91
Dlant van Luijck geeft de K.M. van elck duijsent guldens, vijff rhinsguldens,	91
Octavius Farnesius brenght de stadt Parma onder de macht vanden coninck van Vranckerijck,	91
Openbaere oorloge tusschen de K.M. ende den coninck van Vranckerijck,	91
Gheschiedenissen binnen den jaere 1552,	91
Ausborch innegenomen,	91
Mets innegenomen,	91
Yvois innegenomen,	91
Gheschiedenissen binnen den jaere 1553,	91
De K.M. compt binnen Bruessele,	91
Schouwghelt geconsenteert,	91
Hesdijn innegenomen,	92
Neerlage onder die Franchoijsen,	92
Versel innegenomen,	92
Teruwaen innegenomen,	92
Gheschiedenissen binnen den jaere 1554,	92
Marienborch innegenomen,	92
De vj^e man wordt opgenomen,	92
Bovines innegenomen,	92
Dinant innegenomen,	92
Philips de C.M. treckt naer Engelant om aldaer te trouwe vrouwe Marie, coninginne van Engelant,	92
Binst innegenomen ende verbrandt,	92
Neerlage onder die Franchoijsen,	93
Sekere imposten opgestelt,	93
Gheschiedenissen anni 1555,	93
Doot van Mertten van Rossem,	93
Vrouwe Joanna, coninginne van Spaengnien, es gestorven,	93
De K.M. neempt oorlof aent lant ende treckt naer Spaengnien, latende alhier sijnen sone Philippus, vernieuwende sijnen eedt die hij, anno 1549, gedaen hadde,	93
Gheschiedenissen anni 1556,	93
Bestant tusschen Brabant ende Vranckerijck,	93
De coninck van Behem compt te Loven,	93
De C.M. eijscht opt lant iij milioenen gouts,	93
Emanuel-Philibert, hertoghe van Savoijen, gouverneur van dese Nederlanden,	93
Ignatius Loijola es gestorven,	93
De feeste vanden Gulden Vliese, binnen Antwerpen,	94
Grooten dierentijt van graene,	94
Geschiedenissen anni 1557,	94
Openbare oorloge tusschen Brabant ende Vranckerijck,	94
Sinte Quintens belegert,	94
Han verbrant,	94
Feeste vanden Gulden Vliese,	95
Cardinael Caraffa binnen Bruessel,	95
Caleijs innegenomen,	95
Guise innegenomen,	95
Gheschiedenissen anni 1558,	95
Theonville oft Diedenhoven innegenomen,	95
Duijnkercken innegenomen vande Franchoijsen, doende groote schaede,	95

[p. 517]

De hertoghe van Parma, te Bruessel,	95
Duijnkercken wederomme innegenomen vande C.M.	95
Doot van vrouwe Marie, coninginne van Engelant, coninck Philips huijsvrouwe,	95
Doot vande Keijserlijcke Majesteijt, in Spaengnien,	95
Gheschiedenissen anni 1559,	95
Peijs tusschen de C.M. en den coninck van Vranckerijck,	95
Emanuel-Philibert, hertoghe van Savoijen, trouwt vrouwe Margariete, des conincx sustere van Vranckerijck,	96
Feeste vanden Gulden Vliese, binnen Ghent,	96
Vrouwe Margariete, gouvernante van dese Nederlanden,	96
Gouverneurs van diversche landen gemaeckt bijde C.M., treckende naer Spaengnien,	96
Gheschiedenissen anni 1560,	96
De C.M. trouwt vrouwe Elisabeth de Valloijs, dochtere van coninck Hendrick van Vranckerijck, tot Guarda la Jura, in Spaengnien,	96
Calvinus leeringhe, in Vranckerijck,	96
Institutie vanden collegie vande Societeijt Jesu, binnen Loven,	96
Doot van Franciscus, den jonge coninck van Vranckerijck,	96
Gheschiedenissen anni 1561,	96
Universiteijt tot Douwaij innegestelt,	96
Het aertsbisschopdom tot Mechelen innegestelt,	96
Gheschiedenissen anni 1562,	96
Ruwaenen innegenomen, bijden hertoghe van Guise, ende de Hugenooten verdreven,	96
Coninck Maximiliaen van Behem werd roomsch keijsere gecosen,	96
Grooten slach in Vranckerijck, tusschen den hertoghe van Guise ende den prince van Condé,	96
De beeltstorminge begint in Vranckerijck,	96
Gheschiedenissen anni 1563,	97
Groot onwedere van donder ende blixem,	97
Eenen oliphant, te Loven,	97
Gheschiedenissen anni 1564,	97
Den grooten couden wintere,	97
Gheschiedenissen anni 1565,	97
Dieren tijt van graenen,	97
Groote victorie tegens die Turcken, in Malta,	97
Gheschiedenissen anni 1566,	97
Sekere edelen vanden lande presenteren requeste aen madame de Parma, gouvernante van dese Nederlanden, ende versuecken moderatie van alle rigoreuse placcaten tegens die nieuwe religie,	97
Die Calvinisten beginnen te preken in West-Vlaenderen, binnen Antwerpen ende eldere,	97
Vande inquisitien binnen Brabant,	98
De hertoghe van Parma, met sijne huijsvrouwe, te Loven,	98
De kercken binnen Gent ende Dornicke gespolieert	98
Die van Loven nemen aen ij^c soldaten om hunne kercken ende cloosters te beschermen van niet gespolieert te worden,	99
Brieven vande Coninclijcke Majesteijt daermede hij de stadt van Loven is bedanckende van hun goet debvoir, bij hen gedaen, int bewaeren van hunne kercken,	99
Gheschiedenissen anni 1567,	99
Anni 1568,	100
Anni 1569,	103
Anni 1570,	105
Anni 1571,	106
Anni 1572,	107
Anni 1573,	111
Anni 1574,	113
Anni 1575,	115
Anni 1576,	116
Anni 1577,	120
Anni 1578,	131
Anni 1579,	140
Anni 1580,	141
Anni 1581,	144
Anni 1582,	146
Anni 1583,	149
Anni 1584,	152
Anni 1585,	155
Anni 1586,	157
Anni 1587,	162
Anni 1588,	164
Anni 1589,	167
Anni 1590,	168
Anni 1591,	172
Anni 1592,	173
Anni 1593,	174
Anni 1594,	175

Taefel oft inhout vanden II^en boeck.
De outheijt der stadt van Loven,	177
De Borch oft Casteel, te Loven,	182
tsHertogen Eijlant, nu de Predicaeren ende groot Gasthuijs,	183
Baetsfoort,	183
Binnen Vesten mette Poorten,	183
De Lakenhalle, nu de schole vande legenten,	184
Straeten binnen Loven,	185
Buijten Vesten, mette Poorten ende Torens,	185
Groote Spuije mette Molens opde Dijle ende vande schipvaert van Wavere,	186
Cleijne Spuije, daer die riviere vande Voeren doercompt,	187
'tStadthuijs te Loven,	187
Mertten binnen Loven,	188
Sinte Peeters kercke, mette naemen vande proosten ende dekens van deselve,	188
Sinte Machiels kercke,	190
Sinte Quintens kercke,	190
Sinte Jacops kercke,	190
Sinte Geertruijden kercke ende cloostere, mette proosten ende abten van dijen,	191

Cloosters.
Predicaeren,	191
Minnebroederen,	192
Augustijnen,	192
Boomgaerden, nu (1593) Vlierbeke,	192
Sinte Merttens,	192
Chartroijsen oft Cathuijsers,	193
Twelf Appostelen,	193
Seven Slapers,	193
Cellebruederen,	193
Wittevrouwen,	193
Groot Gasthuijs,	193
Groot Bagijnhoff,	194
Cleijn Bagijnhoff,	194
Halffstraete oft vande xj^m Maeghden,	194
Swertte Susters,	194
Clarissen,	194
Onse L. Vrouwen Wijngaert,	194
Annuntiaten,	195

[p. 518]

Graeuwe Susters,	195
Capochijnen,	195
Societeijt Jesu,	195

Cappellen.
Sinte Cathlijnen cappelle,	195
Onse L. Vrouwen cappelle, inde Hoelstraete,	195
Sinte Vijffven cappelle, metten gasthuijse,	195
Clerckcappelle, opden naem van Sint Anthonis,	195
Sinte Eloijs cappelle,	195
Heijlich Cruijscappelle,	195
Sinte Barbelen cappelle, mette fundatie,	196
Sinte Laureijs cappelle, metten gasthuijse,	196
Sinte Nicolaes cappelle, metten gasthuijse,	196
Sinte Margarieten cappelle,	196
Sint Jans cappelle, opde Borch,	196

Fundatien.
Vondelinghen,	196
Fundatie Halvermijlen,	196

Collegien ende Scholen.
Collegie inde Godtheijt,	196
Collegie vande Carmelieten,	196
Collegie vande Cruijsbroederen,	196
Collegie Houterle,	196
Collegie van Savoijen,	196
Collegie vanden paus Adrianus,	197
Collegie van Sint Donaes,	197
Collegie van Driutius,	197
Collegie vanden Daele,	197
Collegie Viglius,	197
Collegie Craenendonck,	197
Collegie vanden Standoncke alias vant Vercken,	197
Collegie van Atrecht,	197
Collegie van Ghent alias Del Vaulx,	197
Collegie van Sinte Anna,	197
Collegie van Dieven,	197
Collegie Pels,	197

Scholen ende Pedagogien.
Lelieschole,	197
De Borchschole,	197
Verckensschole,	197
Valckschole,	197

Cloosters buijten Loven ende Banmijlen.
De abdije van Vlierbeke,	197
De abdije van Perck, mette naemen vande abten ende prelaten,	198
Clooster van ter Banck,	199
Het slot tot Heverle,	199
De prochiekercke tot Heverle,	199
De cluijse tot Heverle,	199
Clooster tot Heverle, ordre vande Celestijnen,	199

Cappellen buijten Loven.
Cappelle opden Blauwenput,	199
Cappelle opden Berch van Calvarien, metten grave,	199
De cappelle van Sinte Oncommeren,	199
Bruggen binnen Loven,	199
Bruggen buijten Loven,	200
Arcken ende Sluijsen binnen Loven,	201
Sluijsen buijten Loven,	201
Fonteijnen binnen Loven,	201
Vruchtbaerheijt vande Lovensche landen,	201
Den goeden coop vanden graenen, wijn ende andere eetwaere,	202
Dat die van Loven subject sijn geweest den Bisschop van Luijck,	203
Bij wijen de gemeijnte van Loven geregeert ende gegouverneert wordt,	206
Vanden Overmeijere ende sijnen eedt,	206
De naemen vande Overmeijers,	206
Den magistraet oft raedt der stadt Loven,	207
De naemen vande heeren Borgemeesteren sedert den jaere van 1225, met diversche verranderinghe vande wet,	208
Vande Schepenen van Loven,	217
Vande Sinte Peetersmannen, van Loven,	217
Gildekenen vande drapperije,	217
Rentmeesteren der stadt Loven,	218
Laeten vande Tolcamere des hertoghen van Brabant,	218
Vande iiij Gilden, met haere appenditien,	218
Cameren van Rhetorijcken,	219
De naemen vande steden ende dorpen onder het bescrijff van Loven,	220
Onder wiens heerschappije die van Loven, in oude tijden, geweest hebben,	221
Vande Huijnen, Franchoijsen ende sommighe graven van Loven, met diversche geschiedenissen ende diversche oorlogen bij dijen van Loven gevuert, totten jaere 1480,	221
Vande policijen ende ordonnantien binnen de stadt van Loven,	235
Vande getrouwicheijt van die van Loven bewesen aen haere hertoghen, graven ende princen,	236
Institutie vande Universiteijt, te Loven,	236
De naemen ende toenaemen van sommige geleerde mannen in diversche faculteijten, binnen Loven,	237
Vande privilegien ende gerechticheden van dijen van Loven,	239
De macht vande Wulleweveren binnen Loven,	241
Commotien ende oproeringhen die binnen Loven geweest sijn,	242
De heerlijcke processie van Loven Kermisse, met alle haere historien, figueren ende waegenen, met explicatie van dijen,	245

Taefel vanden 3^en boeck, tracterende vande seven oude originele geslachten ende Peetermans der stadt van Loven, met alle hunne waepenen, enz., volgende de A, B, C.
Den oorspronck vande voerscreven seven oude originele geslachten, beginnende:	257
Ierste geslacht: UTENLIEMINGEN,	259
Die toenaemen van degenen onder 'tvoerscreven I^e geslacht resorterende, soo origineel als bij alliantie:
Assche (van), 270. - Bollenborne, 261. - Blanckaert, 261. - Bullinsone, 262. - Bruele (Uten) alias Colvere, 263. - Bommaele, 265. - Boijs, 268. - Bate, 268. - Buck, 270. - Begge, 271. -

[p. 519]

Berghe (vanden), 266. - Cardinael, 261. - Corsebout, 263. - Cricksteen, 267. - Cooman, 268. - Dormaele (van), 267. - Duijsborch (van), 269. - Duffele (van), 269. - Daelhem (van), 270. - Erps (van), 263. - Evelooge, 267. - Gruwel, 262. - Goedertoij, 263. - Huldt (van), 263. - Heijden (vander), 271. - Herent (van), 263. - Iperen (van), 269. - Keijnooghe, 264. - Lise, 263. - Langrode (van), 270. - Longeville (van), 270. - Liedekercken (van), 270. - Lievens, 271. - Melckere (de), 269. - Nobel, 261. - Nethenen (van), 263. - Oppendorp (van), 262. - Outheverle (van), 266. - Oliviers, 270. - Poirtere (de), 263. - Pieders, 266. - Pape (de), 268. - Puijse, 268. - Quinque, 269. - Rode (van), 262. - Rielaer (van), 263. - Rijcke (de), 263. - Riddere (de), 265. - Swertvegere (de), 265. - Specht (vander), 268. - Smacht, 268. - Stocke (vanden), 269. - Schore (van), 269. - Vos (de), 261. - Vilain, 268. - Velpe (van), 268. - Witte (de), 265. - Wijchmaele (van), 266. - Waefelaerts, 270.
Het tweede geslacht: VANDER CALSTREN,	271
De toenaemen van degenen onder tvoerscreven ij^e geslacht resorterende:
Abraen, 275. - Biest (vander), 272. - Blijde (de), 272. - Berthem (van), 274. - Borch (vander), 278. - Corbeke (van), 273. - Crackhoven (van), 275. - Caverson (van), 279. - Corsebout, 273. - Dorne (van), 278. - Engelen (van), 279. - Godevaerts, 272. - Ghans, 275. - Grimde (van), 275. - Graven (van), 277. - Gruetere (de), 278. - Heijme, 273. - Hers, 273. - Heverlinck, 274. - Herenmaes, 275. - Hermeijs, 276. - Ketelere (de), 276. - Keersmaeckere (de), 276. - Ketelboetere (de), 279. - Loenis, 276. - Ludeken (van), 277. - Meldert (van), 278. - Ocxelaer (van), 275. - Oirbeke (van), 277. - Platvoet, 273. - Pinnock, 274. - Pulle (van), 278. - Poorten (vander), 275. - Poorten (vuijter), 276. - Rode (van), 272. - Raetshoven (van), 275. - Roelants, 275. - Ratteman, 276. - Rogghe, 276. - Raverschot (van), 279. - Sedelaere (de), 273. - Swerttere (de), 276. - Tijmple (vanden), 277. - Thommen (vander), 279. - Termonde (van), 279. - Vermere, 273. - Vos (de), 275. - Vroede (de), 275. - Vrancx, 278.
Het derde geslacht: VAN REDINGHEN,	279
De toenaemen van degenen onder tvoerscreven iij^e geslacht resorterende:
Bourgneval (van), 282. - Bocxhoren, 283. - Beert (van), 283. - Corsebout, 281. - Couthereel, 282. - Edelheere, 283. - Griecken (van), 283. - Honsberghen (van), 282. - Keerssmaeckere (de), 282. - Lombaerts, 282. - Liefkenrode, 283. - Nethenen (van), 281. - Pijlijser, 282. - Quaderibbe (van), 282. - Rode (van), 281. - Roeckeloos, 282. - Sigghenen (van), 282. - Schuerebroot, 283. - Wilre (van), 280. - Wijtvliet (van), 283.
Het vierde geslacht: VANDEN STEENE,	284
De toenaemen van degenen onder tvoerscreven iiij^e geslacht resorterende:
Absoloons, 287. - Biest (vander), 286. - Bothnia, 288. - Borcht (vander), 288. - Camerlinck, 286. - Everijnsbroedere, 285. - Edelheere, 286. - Graete (vanden), 286. - Huffele (vander), 286. - Ketelere (de), 285. - Keijsere (de), 284. - Lachman, 286. - Minnemoon, 285. - Nethenen (van), 285. - Ralebeke (van), 284. - Rolenaer (de), 285. - Riddere (de), 286. - Roeloffs, 287. - Rabode, 285. - Vorenbruden, 286. - Vorsselaer (van), 287. - Vinck, 288. - Vorst (vander), 288. - Waetermaele (van), 286. - Waerseggere (de), 288. - Zedelaere (de), 285.
Het vijffde geslacht: VERRUSALEM,	288
De toenaemen vande genen onder tvoerscreven v^e geslacht resorterende.
Amelrijcxsone, 288. - Berghe (vanden), 288. - Voerloop, 288. - Borchoven (vanden), 289. - Berghen (van), 289. - Cordelere (de), 288. - Meijssone, 288. - Oliviers, 289.
Het seste geslacht: GIELIS,	289
De toenaemen van degenen onder tvoerscreven vj^e geslacht resorterende:
Geldenaecken (van), 291. - Huldeberghe (van), 289. - Laethem (van), 290. - Linden (vander), 290. - Mera (de), 291. - Udekem (van), 291. - Wencxele (van), 290. - Witte van Overloo (de), 290. - Witteman, 290.
Het sevenste geslacht: VAN RODE,	291
De toenaemen van degenen onder tvoerscreven vij^e geslacht resorterende:
Berghe (vanden), 292. - Borch (vander), 294. - Bauwette (de la), 294. - Crupelandt, 293. - Edelheere, 293. - Gheijlensone, 292. - Hofstadt (vander), 292. - Herent (van), 292. - Hellicht (vuijter), 293. - Heetvelde (vanden), 294. - Hulette (de), 294. - Kyps, 294. - Lovene (van), 292. - Laistre (de), 294. - Nieuwerstraeten (van der), 293. - Quaederbrugghen (vander), 293. - Saelen (vander), 292. - Schoonhoven (van), 293. - Vertheke (van), 293. - Velthem (van), 293. - Verenogernen, 293. - Winghe (van), 292.

Taefel ofte inhout vanden iv^en boeck.
Van den vrijen huijsgesinnen ende familie der kercke van Sinte Peeters, te Loven, met haere Sinte Peetersmannen ende eenighe privilegien van dijen,	295

Bijlagen.

Opneming der huizen, inwoners, enz., binnen de stad en vrijheid van Leuven, in 1597,	319
Parochie van Sint Peeter, 320; - Sint Michiel, 342; - Sint Quintens, 367; - Sint Jacob, 375; - Sinte Geertruide, 385.
Oud kronijkje van Leuven, voortgezet, in 1573, door Pauwel vanden Bossche,	393
Lied over het beleg van Leuven,	395
Duurte der eetwaren,	395
Loon der arbeiders,	396
De pest van 1578,	397
Kronijk van Leuven, van 1599 tot 1766, door Willem Leunckens,	399
Inleiding,	399
Gebeurtenissen in 1595,	399
Idem in 1597-1599,	400
Inhuldiging van Albertus en Isabella,	400
Gebeurtenissen in 1605-1622,	403
Idem, in 1623-1651,	404
Idem, in 1652-1673,	405
Idem, in 1676-1702,	406
Idem, 1705-1710,	407
Idem, in 1711-1724,	408
Idem, in 1725-1727,	409
Idem, in 1728-1732,	410
Idem, in 1733-1734,	411
Idem, in 1735-1737,	412
Idem, in 1739-1743,	413
Idem, in 1744-1746,	414
Idem, in 1747,	416
Idem, in 1748,	419
Idem, in 1749,	420
Idem, in 1750,	422
Idem, in 1751-1752,	425
Idem, in 1753,	426
Idem, in 1754,	427
Idem, in 1755-1756,	428

[p. 520]

Idem, in 1757,	432
Idem, in 1758,	433
Idem, in 1759-1762,	434
Idem, in 1763-1764,	435
Idem, in 1765-1773,	436
Aanteekeningen van M.-F. Pelckmans,	437
Levensbericht van Pelckmans,	437
De Borch,	440
Het Baetsfort,	440
De Binnenvesten,	441
De Buytenvesten en Poorten,	441
De Halle,	443
De merkten,	443
Kerken: Sint Peeters. 444; - Sint Michiel, 449; - Sint Quinten, 450; - Sint Jacob, 451; - Sinte Geertruyde, 452.
Kloosters: de Predikheeren, 453; - de Mindebroeders, 455; - de Augustynen, 457; - de Bogaerden, 459; - Sint Merten, 459; - de Chartruysen, 459; - de Cellebroeders, 462; - de Wittevrouwen, 463; - de Halfstraet, 469, - de Swerte Susters, 470; - de Clarissen, 470; - Onse Lieve Vrouwe Wyngaerd, 471; - de Annuntiaeten, 471; - de Graeuwesusters, 472; - de Capucienen, 472; - de Jesuiten, 473.
Godshuysen: het groot Gasthuys, 464; - Twelf Apostelen, 461; - de Heylige Dryvuldigheyd of seven Slapers, 462; - de Vondelingen, 479; - het groot Beggynhof, 467; - het kleyn Beggynhof, 469.
Kapellen: Sinte Cathlynen, 475. - Sinte Genoveva, 476. - De Clerckencapelle, 476. - Sint Eloy, 477: - Heyligen Cruyce, 477. - Sinte Barbara, 477; - Sint Laureys, 478. - Sint Nicolaus, 478. - Sint Jan, 478. - Vlierbeek, 479. - Perk, 481. - ter Bank, 483.
Bruggen,	483
Proosten van Sint Peeter, 485. - Koordekens van Sint Peeter, 485. - Abten van Sinte Geertruide, 486. - van Vlierbeek, 486. - van Perk, 486.
Meiers van Leuven,	486
Burgemeesters van Leuven,	487