Geschiedenis van Leuven. Geschreven in de jaren 1593 en 1594
(1880)–Willem Boonen– AuteursrechtvrijBanck.aant.tGodtshuijs vander BanckGa naar voetnoot1, buijten de Bruesselsche poorte, es gefundeert anno 1197, bij hertoghe Hendrick van Brabant, den 1en van dijen naeme, ende leijde selve, in persoone, den iersten steen vande kercke aldaer, gevende tot behoeff vande laserissen oft melaetsche persoonen, daer woonende, xij boenderen boschs, gelegen te Wenckensele (of Winxel). Anno 1306, heeft hertoghe Jan van Brabant, de stadt Loven de momboirije vande voers. godtshuijse geconfirmeert. Anno 1368, hebben hertoghe Wencelijn ende vrouwe Joanna van Brabant gewilt, dat de stadt Loven momboirs stellen zal, int voers. godtshuijs, ende dat degene die ter Banck zullen ontfanghen wordden, ende de macht hebbende, daerinne zullen moeten brengen: een habijt tot hunnen lijve, een bedde, een paer slaepelaeckenen ende een bedde decxel, ende niet meer van rechte; ende zal een iegelijck daer moeten ontfangen wordden, des vande stadt Loven versocht zijnde; dat de rentmeester vander Banck alle jaer zijne rekenninge doen zal, in presentie vanden abt van Villers, als visiteerder vanden voers. godtshuijse; eenen vanden voers. hertoghe weghen ende de voers. momboirs der stadt Loven oft hunne gedeputeerden; datter maer negen en behooren te zijn ter Banck, va maij 1421; groot Chartre boeck, folio 30. |
|