Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Oorspronck en opkomst der stede Alckmaar, beginnende anno DL uyt een seer oud manuscript berustende ter Liberije deser Stadt gecopieert ende vervolgt tot MDCCLX

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,85 MB)

ebook (3,17 MB)






Genre
proza

Subgenre
kroniek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Oorspronck en opkomst der stede Alckmaar, beginnende anno DL uyt een seer oud manuscript berustende ter Liberije deser Stadt gecopieert ende vervolgt tot MDCCLX

(2011)–Joachim Bontius de Waal

Kroniek van Alkmaar, tot 1760


Vorige Volgende

[13]

  Op dit jaer wierde de wet die men eligeerden den 13 maj, wederom geëligeert op cersavondt, nae ouder gewoonte.
1566 Op den 27 april is de impost verpagt bij den Staeten van Hollandt binnen Alckmaer tot meydag anno 1567 bij Augustijn van Teijlingen, verpagt voor 1482 gulden; hij was 1566 kerckmeester.
Ditselve jaer is de Agtermeer bedijckt.
Dit jaer hebben de gereformeerden beginnen te predicken op den lesten july in de Bergermeer, welckers predicant was Jan Aerentsz.; hij was een corvenmaecker en burger van Alckmaer. Daernae is de predicatie gedaen in de lijnbaanen en daernae in een schuur over de Geest, alwaer sij in de maendt december het nagtmael hebben gehouden.
Den eersten september naer den noen is den heer van Bredenrode met sijn huysvrouw en twee susters van de prince van Oranje, met ettelicken paerden geassisteert, binnen Alckmaer gekomen en was gelogeert in de Doelen, en is des and'ren daeg[s] bij juffrouw Willemina geweest, haer vangende in haer sieckbedde, en vandaer gaende, komende buyten 's huys, soo werdt hem in handen gegeeven een request van seeck'ren burgeren van Alckmaer omme te hebben de minnenbroederskercke, om aldaer de niuwe religie der niuwen predicanten te mogen prediken voor de gereformeerden, welcke requeste den heer van Bredenrode geleesen heeft, en bij monde voor antwoordt gaf (soo sommigen seggen) dat sulck versoecken in sijn magt niet en was, want het rogatien waeren.
Ende daernae omtrent vier of vijf uuren is den heer van Bredenroden met sijn familie uyt Alckmaer vertrocken. Soo haest als Bredenroden vertrocken was, sijnder eenigen quaedtwilligen geloopen in de minnebroederskerck met bijlen en and'ren instrumenten in haeren handen en hebben het minnebroedersclooster geweldig overvallen en alles aen stuckendt gesmeeten. De broeders binnen 't convent sijnde, dit horende en siende, sijn meterhaest uyt 't convent geloopen, elck soo hij best mogt, den een over de muur, d'ander door het water geswommen, maer des and'ren daegs sijn de broeders bij de magistraet ende de wet weder in 't convent gebragt.
In deselfde maandt van september waeren de burgermeesteren bedugt voor eenigen quaedtwilligen die den beeldtstormerije van meeninge waeren in de Grooten Kerck te doen, hebben bij advys van den heer Nicolaus, den bisschop van Haerlem, allen de gedeputeerden bij haer ontboden van de gildens, dat sij allen de beelden met de altaeren bequaemelijck souden afneemen ende deselven in goede hoede te neemen en hebben de gedeputeerden van de gildens sulcks belooft te doen, ende de gilden properlijck in het werck sijnde, is haer ommis gekoomen binnen de kercke en hebben allen de beelden en altaeren aan stuckendt geslaegen, en het altaer, staende bij de vondt, is tot de grondt toe gedestrueert, seggende (‘het moet af’) en hebben uyt allen de altaeren genoomen 't geen dat genaemt wort Reliquiae Sanctorum. En is terselver tijdt van schrick en vreesen doodt gebleeven een vrouwe genaemt Guurt Jacobs.
1567 In april sijn de predicatien der gereformeerden weder opgehouden.
1568 Dit jaer sijn verkreegen twee octrojen van den bisschop van Haerlem, gedateert den 3 mey anno 1568.


Vorige Volgende

Over het gehele werk

over Alkmaar


Over dit hoofdstuk/artikel

Oorspronck en opkomst der stede Alckmaar, beginnende anno DL uyt een seer oud manuscript berustende ter Liberije deser Stadt gecopieert ende vervolgt tot MDCCLX door Joachim Bontius de Waal


1566

1567

1568