Gewijde liederen(1926)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Ghettosjabbes Toen wij wakker werden was 't sjabbes, er lag zon in de kamer en 'n wit tafelkleed lag als 'n sneeuwkleed over 'n land, zoo wit; en de stilte in het straatje was zelve als muziek. En toen de middag kwam straalde de zon nog, en als in poldertuin veelkleurig de bloemen staan, stonden de vrouwen en jelodiem aan de deuren; de mannen gingen ter Minneche, met tragen stap. [pagina 41] [p. 41] En na nachtlainen stond voor mijn venster de maan heel licht: ik dacht dat het de zon was: er was vrede overal en stilte en beneden zei 'n kinderstem ‘Hamaloch Hagoueil.’ Vorige Volgende