Delfs Cupidoos schighje(1652)–Arnold Bon– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 265] [p. 265] Geboortens-Luckwensch, Op 't verjaren van Iuffr: H. 's G. SOo oyt oprechte Ionst eebiedigh quam gebogen, En toonde zijn vermogen, Int groenen vande geen wiens Ieugt den dach verjaert Doe'r schoonheyt is gebaert: Soo kroont mijn zugtigh hert met duysent luck en zegen, U Iaren tweemael negen En wensche dat 't getal van uwen ouderdom Mach driemael keeren om. [pagina 266] [p. 266] Vergeeftme dat ick niet na waerden u begiftigh, Mijn Pen niet al te driftigh, En onvermogentheyt in stijl want mijn vernuft Gants voor u kennis suft. Volmaecktste schepsel dan Natuur en kan niet rusten Moet staegh door nieuwe lusten, Vermeerderen u glóór met zeedb're deftigheyt: En noyt voltroffenheyt. Dies poogmen te vergeefs j'uytmuntentheen te schryven, Ick sal verwondert blyven Dat yemant frisser glans door meerder Iaren werft, Daer anders schoonheyt sterft. A. Bon. EYNDE. Vorige Volgende