Nawoord
Bij het nalezen van mijn dagboek valt op dat er een aantal punten in wordt aangestipt dat nadere uitwerking verdient. Daar leent een dagboek zich natuurlijk niet voor. Maar misschien heeft deze of gene daar zin in. Ik zal het hem of haar graag overlaten.
Sommige van mijn opmerkingen betreffen de Nederlandse politiek. Zo beweer ik dat de politiek in ons land nooit gaat waar die over gaat. En ook: hoe saaier de politiek, des te gelukkiger het land. Waarom gaan mensen niet stemmen? Is dat werkelijk zo onrustbarend (p. 13)? Verder schreef ik dat oorspronkelijke politici hun eigen graf graven (p. 24). Wat te denken van de tweedeling in chaostheorie en samenzweringstheorie?
Andere thema's betreffen de media. In de Groningse Oosterparkbuurt werd daar bitter over geklaagd (p. 22). Waar niets gebeurt, wordt elke rukwind besnuffeld (p. 32-33). Dan maken de media zelf nieuws. Wat is het gevolg daarvan voor de dagelijkse politiek in Den Haag? Is het waar dat de media een onderwerpingsgedrag vertonen jegens de onderscheiden minister-president (p. 39)? Het is wel zo dat een zittende minister-president bij verkiezingen nog nooit is verslagen.
Ten slotte hebben enige opmerkingen een bredere betekenis. Zijn Nederlandse politici in het buitenland ontvankelijk voor de diplomatic delusion? Hoe staat het met ons anti-amerikanisme? Wat waren de oorzaken van de culturele revolutie in 1968? (Drie opmerkingen op p. 19.) Getuigt de neiging, van alles en nog wat tot monument te verheffen, van decadentie? Lijden Nederlanders (of, meer in het algemeen, Europeanen) aan een