Woensdag 22 juli
Twee sessies. Herhaling van zetten. Ik houd voet bij stuk.
Om vijf uur heb ik een gesprek met de commissie-Van Baalen (minus Jan Vis). Ik heb drie zaken naar voren gebracht. (1) Dit is niet zomaar een akkefietje. De gehele carrière, dat wil zeggen de gehele verdere levensloop van Van Baalen staat op het spel. (2) Mijn eigen ervaringen met Van Baalen, die ik sinds ongeveer 1991 ken, zijn uitsluitend positief. Ik heb hem nog nooit onsmakelijke opvattingen horen luchten. Dat geldt ook voor Frans Weisglas en Hans Hoogervorst, die met hem naar Israël zijn geweest. (3) Een brief van zijn voormalige leraar aardrijkskunde, die mij schreef dat Van Baalen op de middelbare school een lastige, soms provocerende leerling was, maar nooit is betrapt op racistische sentimenten. Nu maar hopen dat de commissie haar werk snel kan doen.
's Avonds een gesprek van tweeënhalf uur met een enigszins gedecimeerde Eerste-Kamerfractie. Die fractie zit wat ongemakkelijk op de horens van een dilemma. Enerzijds wil zij haar handen niet binden, wat staatsrechtelijk juist is. Anderzijds wil zij wel haar gevoelens naar voren brengen. Dat laatste heeft zij gedaan. Het was een geanimeerd en informeel gesprek.