Maandag 20 juli
Om halftwee komen de informateurs Kok, Borst en Zalm naar de pers. Het wordt een van de saaiste persconferenties die ik ooit heb meegemaakt. Als ik Kok vraag wat de bezielende gedachte van Paars ii wordt, zoals het ‘werk, werk, werk’ de slogan werd van Paars i, krijg ik een heel lang antwoord. Het komt er kort samengevat op neer dat werkgelegenheid belangrijk blijft, investeren in de samenleving ook. Kok, Zalm en Borst zijn goedgeluimd, maar een geïnspireerde indruk maken ze niet.
Tegen vieren ben ik bij Paleis Noordeinde. Kok is nog binnen. Voor het hek heeft zich een aantal journalisten verzameld. Kees Boonman is er voor ons bij. Hij liever dan ik. Ik had deze dag weliswaar graag willen verslaan, maar nu ik het hoofd van Kees steeds roder zie worden omdat hij in de felle zon moet posten, kan ik er niet meer mee zitten dat hij het doet. Het is bloedheet vandaag.
Tegen halfvijf komt Kok naar buiten. Hij wandelt naar het hek, waar zich een beschamend tafereel afspeelt. De ene journalist stelt een vraag, de tweede schreeuwt erdoorheen. Ik heb collega's weleens voorgesteld dat we, tijdens de keren dat we op deze manier moeten werken, afspreken wie de eerste vragen stelt. Als iedereen het kort houdt, krijgen we ook allemaal de kans om onze ‘eigen’ vragen te stellen. Maar nee, als een horde Spaanse voetbaljournalisten belagen we ons slachtoffer.