bewaakt de telefoon, omdat zij boodschappen doet. Hij zegt dat Melkert gedaan heeft wat hijzelf ook gedaan zou hebben en dat het flauw is van vvd en D66 om nu te doen alsof Melkert van de spelregels afwijkt. Nu hijzelf alleen nog maar adviseur van Melkert is, kan Wallage vrijer praten. Dé gelegenheid dus om hem naar kandidaat-ministers te vragen. Hij vertelt dat Klaas de Vries de door de PvdA gewenste minister voor Justitie is. Ella Vogelaar stond hoog op zijn lijstje voor Sociale Zaken. Pronk is kandidaat voor Buitenlandse Zaken, maar Wallage beaamt dat de vvd alles zal doen om te voorkomen dat Pronk die post werkelijk krijgt. In een eerder stadium van de formatie is afgesproken dat voor het verdelen van de departementen en het zoeken naar nieuwe bewindslieden veertien dagen wordt uitgetrokken. Dat is, in vergelijking met vorige formaties, lang. Wallage zegt dat die twee weken nodig zijn om ervaringen van vier jaar geleden te voorkomen. Toen raakte hijzelf zo in tijdnood (omdat bijvoorbeeld Annemiek Roobeek bedankte voor het ministerschap van Economische Zaken en daardoor de verdeling van departementen weer veranderde) dat hij twee staatssecretarissen heeft aangetrokken die hijzelf niet eens kende: Anneke van Dok en Elizabeth Schmitz.
Om zes uur verlaten de onderhandelaars het gebouw van de Eerste Kamer. De lucht is geklaard, het akkefietje met Melkert is opgelost. Melkert zelf kijkt er triomfantelijk bij, De Graaf doet luchtig en zegt het logisch te vinden dat Melkert zich als zelfstandig onderhandelaar heeft gemeld. Dat klinkt heel anders dan na afloop van de ochtendbijeenkomst. Toen heeft De Graaf zich binnenskamers flink geïrriteerd over Melkert uitgelaten, zo hebben we vernomen. Bolkestein loopt weg met een gezicht als een oorwurm, maar dat kan ook door zijn blauwe oog komen. Later kom ik hem tegen in een gang van het Kamergebouw. ‘Alle onderhandelaars zijn me even lief,’ zegt hij als ik hem naar zijn ervaringen met Melkert vraag.