Vrijdag 26 juni
In een van de vele nos-Journaal-evaluaties, die door de hele redactie via de computer zijn te consulteren, lees ik opmerkelijke teksten van Nico Haasbroek. Hij vraagt zich af waarom niet, zoals vroeger, nachtenlang gewaakt wordt voor het Catshuis tijdens een formatie. Ik moet lachen om zo'n opmerking, want die maakt duidelijk dat Haasbroek inmiddels ver af staat van de Haagse praktijk. Bij het Catshuis heb je helemaal niets te zoeken in deze periode. Uit andere opmerkingen die hij maakt, valt af te lezen dat hij de dagelijkse ontmoetingen tussen onderhandelaars en pers in de Noenzaal beschouwt als journalistieke braafheid. Ik hoor dat vaker de laatste dagen, maar vind de waarneming onterecht. De oploop bij de deur van de Eerste Kamer wekte de indruk dat we voor de poorten van de hel ons ‘nieuws’ wegsleepten. Maar daar werd door onderhandelaars minder meegedeeld dan nu in de Noenzaal. Bovendien had je bij die deur vaak niet eens gelegenheid om de vragen te stellen die je wilde, en dat kan nu wel. Natuurlijk krijg je lang niet altijd antwoord, maar uit formuleringen die gekozen worden (of de reacties van de twee die níet aan het woord zijn) kun je soms wel het een en ander afleiden. En verder doen we wat we tijdens andere formaties ook deden: heel veel rondlopen en mensen die iets kunnen weten van wat zich aan de onderhandelingstafel afspeelt, aanspreken - tot vervelens toe. Ik heb de afgelopen weken veel kilometers afgelegd in het Kamergebouw.
Zo ook vandaag. Suzan Baart, PvdA-voorlichter, legt telefonisch aan iemand uit dat er op dit moment gesprekken gaande zijn tussen drie onderhandelaars en drie informateurs. Ik vraag via een briefje of ze een schoolkrant aan de lijn heeft. hp/De Tijd, schrijft ze terug.
Zoals voorspeld: de druk uit Hilversum om meer aan de formatie te