Donderdag 4 juni
Twee sessies, waarvan de tweede vroeg eindigde, om vier uur, want Gerrit moest naar de Ecofin. Gesproken over de eilanden overzee. Er komt een staatssecretaris voor Antilliaanse en Arubaanse zaken, op het nieuwe ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden. Wat betreft andere staatssecretarissen het volgende. Zij worden opgewaardeerd, dat wil zeggen, zij mogen in de Ministerraad en de Kamer hun minister vervangen, zij het in de Ministerraad zonder stemrecht. Zij worden dus in feite onderministers. Dat is niet onbelangrijk. Want steeds meer moeten ministers in het buitenland zijn (in Brussel bijvoorbeeld) en kunnen zij niet in de Kamer spreken, wat de Kamer terecht irriteert. Bovendien kennen staatssecretarissen de dossiers meestal beter dan de ministers ad interim. Wat betreft de politieke kleur wilde Jacques ministeries monocolore. Maar hij kreeg weinig steun. Gerrit, Wim en ik vonden dat ministeries met een gemengde bezetting goed waren voor de cohesie van het kabinet. In het bewindsliedenoverleg was hier ook algemene steun voor. Weer een nuttige stap vooruit. 's Avonds een gesprek met Willem Hoekzema en Hans van Baalen. De partij biedt Hans aan zijn geval tot de bodem te laten uitzoeken door een of meer personen met een reputatie die boven elke twijfel is verheven. Frits Korthals Altes zal namen voorstellen.
Het nieuws van de eilanden is overigens bar slecht. De Antillen willen niet met het imf praten. De regering is zwak. Die zal binnenkort wel weer in Den Haag langskomen. Of wij maar willen schuiven. Ik voel daar weinig voor. Niet zozeer vanwege het geld zelf, maar omdat het de noodzakelijke hervormingen vertraagt, zoals dat altijd het geval is geweest na Nederlandse toegeeflijkheid. Op Aruba zijn de problemen ook groot, maar minder economisch, meer rechtstatelijk van aard.