moet een kandidaat-premier in huis hebben.’
Volgende vraag: ‘Van Kok weten we wat hij doet als de PvdA niet de grootste partij wordt. Wat doet u eigenlijk als de vvd niet de grootste wordt?’
Antwoord: ‘Dat hangt ervan af. Ik kan in de Kamer gaan zitten, dat is ook wel... mag dit alsjeblieft even over?’
Natuurlijk. Zelfde vraag.
Antwoord: ‘Dat is nog niet helemaal zeker. Het is mogelijk dat ik... nee sorry, Margriet, dat is weer niet goed. Dit moet over.’
Natuurlijk. Zelfde vraag.
Antwoord: ‘Ik kan in de Kamer gaan zitten, fractievoorzitter blijven. Dat is het meest waarschijnlijk. Ik kan ook minister worden, maar die kans acht ik kleiner.’
Vraag: ‘U zegt steeds dat de vvd op 6 mei een historische zege gaat boeken. Dat betekent dus dat u meer zetels wilt halen dan Nijpels in '82, meer dan 36 zetels dus?’
Antwoord: ‘Ja, dat wil ik.’
Vraag: ‘En als dat niet gebeurt?’
Antwoord: ‘Dan ben ik teleurgesteld.’
Vraag: ‘Trekt u er ook persoonlijke consequenties uit?’
Antwoord (fel): ‘Nee, dan ga ik gewoon door.’
Het heeft geen zin er nu verder op door te gaan. Even daarna zie ik kans om hem buiten beeld te vragen wat zijn overwegingen zijn bij de keus voor ofwel het fractievoorzitterschap ofwel een post in het kabinet. Bolkestein legt uit dat het zal afhangen van het verschil met de PvdA. Als dat maar een paar zetels is, blijft hij fractievoorzitter en dus partijleider. Blijkt het verschil groot, ‘dan word ik minister van Buitenlandse Zaken en Hans Dijkstal fractievoorzitter’. Dat klinkt logisch. Bij een klein verschil tussen PvdA en vvd kan hij als fractievoorzitter en partijleider van de vvd in een nieuwe paarse coalitie een prominente rol blijven spelen. Wordt het verschil te groot, dan zal zijn invloed binnen de coalitie veel minder groot zijn. Dan wordt hij dus liever minister. Ik moet er wel om lachen dat hij zo stellig zegt dat hij dan naar Buitenlandse Zaken gaat.
In de stromende regen rijd ik naar Hilversum. Daar zie ik op het anp dat Bolkestein in het regeerakkoord wil vastleggen dat de aftrek van de