zing van de inhoud. Maar zouden de dames en heren van de media daar ook iets mee te maken kunnen hebben? Het is natuurlijk heel wat eenvoudiger te vragen hoe ik mij op de campagne voorbereid (antwoord: door de krant te lezen), dan in te gaan op de Nederlandse mededingingspolitiek.
Een uur tennis met mijn vroegere medewerkster Laila Driessen. Die dame slaat werkelijk verschrikkelijk hard. Ik heb niets bij haar in te brengen.
's Avonds van halfnegen tot tien uur de ontmoeting met Kader Abdolah in De Balie. Een debat kon je het niet noemen, want hij liet mij bijna geen zin afmaken en schreeuwde er voortdurend tussendoor. Bovendien ging hij zich te buiten aan onzinnige uitspraken, zoals over het bloed dat uit mijn Moslim in de polder zou druipen. Nu is dat een buitengewoon gemoedelijk boek - zeven interviews met goed geïntegreerde moslims -, dus die opmerking sloeg werkelijk nergens op. Het waren meer uitbarstingen van een gefrustreerde kunstenaar dan iets anders. De politiek in het Midden-Oosten is erg theatraal en Kader Abdolah laat dat goed zien. Toch was het moeilijk geen sympathie voor hem te hebben, juist omdat zijn emoties zo echt zijn. Althans, die indruk maken ze. Maar wat minder schreeuwen had geholpen. Zo waren we het eens dat onderwijs in de eigen taal buiten reguliere schooltijd moet plaatshebben. Maar in zijn haast mij aan te vallen, rende Kader Abdolah daaraan voorbij. Jan Tromp deed zijn best hem in toom te houden en heeft hem een paar keer streng aangepakt. Maar het hielp niet. In zeker opzicht was het verfrissend een ontmoeting te hebben die afweek van de gepolijste en daardoor wat saaie debatten in de Kamer. Maar veel wijzer zijn we er niet van geworden.