Vrijdag 4 juni
Veel discussies over Irak maar heb de hele dag vruchteloos gewacht op iemand die ronduit zei dat die oorlog niet deugde. Merkwaardig. Zelf moest ik aan het einde van de middag spreken. Ik heb de geopolitiek van de eu geduid als de export van stabiliteit. In het verloop van mijn betoog heb ik de oorlog genoemd: ‘De roekeloze politiek van de vs in Irak!’ Ik zat in het panel naast Max Boot, een irritante Amerikaan. Hij reageerde niet op mijn uitspraak. Wat hij wel deed, was de eu bekritiseren omdat die te weinig deed aan de bestrijding van het terrorisme. Dat gaf mij de opening die ik zocht. Ik antwoordde dat het eerste wat de eu moest doen, was: geen fouten maken. Ik vervolgde dat ik de navo en dus de vs volledig had gesteund in de kruisvluchtwapenzaak, vijfentwintig jaar geleden; dat ik de vs volledig had gesteund in de eerste Golfoorlog; maar dat ik deze oorlog niet kon steunen: ‘It is a massive, long term, tragic disaster.’ Toen was het even totaal stil. Na afloop zeiden vele Europeanen dat ze blij waren dat ik had gezegd wat gezegd moest worden, waarop ik natuurlijk dacht: waarom heb je dat zelf niet gedaan, man? Waarom moet ik altijd zulke dingen doen? De Amerikanen zeiden niets. De Republikeinen omdat ze het niet met mij eens zijn, de Democraten omdat ze om het onderwerp heen wandelen. Alleen Richard Perle (die ik voor het eerst tijdens de kruisvluchtwapendiscussie had ontmoet, eind jaren zeventig) zei mij dat het debat niet af was. Allicht. Het was alleen een tegel in de vijver. Majesteit zeer tevreden, schepte zowaar twee profiterolles op mijn dessertbordje.