Maandag 24 mei
Wenen. 's Middags had ik een gesprek met Karl Heinz Grasser over belastingpolitiek. Hij zetelt in het prachtige paleis van Prinz Eugen. We bespraken de harmonisatie van de vennootschapsbelasting. Ook Grasser wil de tarieven harmoniseren en dus niet alleen de grondslag. Ik heb mijn redenen daartegen uiteengezet. Hij is een natuurtalent. Ik hoop voor Oostenrijk dat hij lang minister blijft. Om 18.00 uur mijn toespraak in het Institut für die Wissenschaften des Menschen aan het Donaukanaal. Het onderwerp was corporate governance, een beetje technisch misschien voor deze sociologen en filosofen. Maar de directeur, een Poolse filosoof geheten Michalski, toonde zich tevreden. Daarna een diner met prins Schwarzenberg, die chef de cabinet van Vaclav Havel is geweest toen Tsjecho-Slowakije nog bestond. Ik had een paar vragen voor hem in petto. (1) Waarom heeft Havel geen referendum over de afscheiding laten houden? Antwoord: ‘We hebben een grote fout gemaakt door na de Wende niet direct de Grondwet te wijzigen. We hebben alleen de zin over de leidende rol van de communistische partij geschrapt. Maar de hele gw was onwerkbaar want een kleine minderheid in het parlement kon alles tegenhouden. Was er een referendum gehouden, de afscheiding was afgewezen. Maar dan hadden we met die gw gezeten. Het enige wat er dus opzat, was de scheiding aanvaarden en met een nieuwe gw beginnen.’ Niet overtuigend. (2) Waarom verloor Havel aan populariteit? Antwoord: ‘Hij was eerlijk en allesbehalve een populist. Dus bekritiseerde hij wat hij verkeerd achtte en dat vond men niet leuk.’ Wel overtuigend. (3) Waarom die ondergangsstemming in de Dubbelmonarchie omstreeks 1900? Antwoord: ‘De Ausgleich van 1867 was een ramp. Alle andere nationaliteiten wilden
hetzelfde als de Hongaren. En zij waren er klaar voor. Alleen de