Donderdag 1 maart
Ontbijt met Nederlandse middenkader ambtenaren. Zowel nuttig als plezierig. Dit soort bijeenkomsten had vroeger nooit plaats. Vervolgens naar het ep voor een ontmoeting met Christa Randzio-Plath over de resolutie van de emac ten aanzien van het laatste Lamfalussy-rapport. Haar assistent is de trieste Monsieur Berton. De emac wil een call back-mogelijkheid hebben aan het einde van de comitologieprocedure, maar die procedure voorziet daar niet in dus de call back kan het ep niet krijgen. Om 12.00 uur Van Hellenberg Hubar, Nederlands ambassadeur bij de navo, over een Europees Defensie Initiatief. Vergeleken met de toestand tijdens mijn ministerschap is er weinig veranderd. Dat komt ervan als de retorica de feiten niet dekt. Lunch met Vignon over het governancepapier. Hij is een interessante Franse intellectueel maar rijkelijk vaag. Hij wil zowel de participatie bevorderen - door iedereen en zijn schoonmoeder - alsook de doelmatigheid maar het een staat vaak op gespannen voet met het ander. Hij leek dat niet goed te beseffen. Heb ook uitgelegd dat het woord ‘federaal’ twee tegengestelde connotaties heeft en ook dat was nieuws voor hem. 's Middags een toespraak op verzoek van Carla Peijs over de uitbreiding op een conferentie van de Europese Volkspartij. Zat naast haar voorzitter Pöttering, met wie ik uitstekende relaties onderhoud. Aan het einde van de middag mijn vriend Siim Kallas uit Estland, nu weer minister van Financiën. Zou graag een reisje Warschau-Tallin vice versa willen maken, maar wanneer?