Woensdag 29 november
Amato bezocht ons. Ik ben een fan van hem. Hij is spits en aardig en zeer handig. In Italië schijnt hij Doctor Subtilis te worden genoemd. Later heb ik in mijn kabinet verwezen naar Duns Scotus, die ook zo werd genoemd, maar dat werd niet begrepen. Over Nice zei hij min of meer wat Schröder ook had gezegd. Hij voegde eraan toe dat we een gemeenschappelijke grenspolitie nodig hebben want we kunnen de bewaking van de toekomstige grenzen niet overlaten aan ‘de minder efficiënte’ politiemachten. Italië is altijd zeer communautair geweest. Volgens mij is dit omdat de Italianen liever op Brussel vertrouwen dan op Rome. Ik heb Amato gevraagd mijn postrichtlijn te ondersteunen maar kreeg een waterig antwoord.
Mijn ontbijt was overigens met Jan Kamminga, die met een twintigtal gedeputeerden en statenleden uit Gelderland en Overijssel Brussel kwamen bezoeken. Ik ken hem al sinds 1976, toen ik bij hem in Groningen mijn Kamerkandidatuur kwam bespreken. Ik heb hem geholpen toen de keuze in Gelderland tussen hem en Nijpels ging. Hij zou vast een goede minister zijn, maar ik weet niet of hij dat zou willen.
De Commissievergadering zelf ging onder andere over steun aan de scheepsbouw, waarin Patten en ik Mario Monti hebben geholpen; en het groenboek van Loyola, dat ik vooral wat betreft kernenergie krachtig heb ondersteund. Ik heb daarbij vooral gewezen op het co2-probleem en de afhankelijkheid van het Midden-Oosten.
Tussen de Commissievergadering door moest ik weg - heel vervelend - om een slottoespraak in het ep te houden voor een conferentie over de Interne Markt. Ik moest en ik zou daar zijn want de Zweedse en Franse ministers zouden komen. Die waren er niet. Ana Palacio heeft er bij mij op aangedrongen, zelf was ze er ook niet. Een