Woensdag 3 november
De Commissievergadering ging over twee zaken. (1) Benoemingen. Loyola maakte zich impopulair door tot vier keer toe te klagen over het gebrek aan geografisch evenwicht. Verder vond zij dat er werd gediscrimineerd tegen hen die niet Frans of Engels als moedertaal hadden. Ik kwam daarop met mijn Chinese kok. Een Chinees restaurant dat adverteert voor een Chinese kok discrimineert toch ook niet tegen andere koks? Discriminatie was ongerechtvaardigd onderscheid en niet gerechtvaardigd, zei ik. De werktalen in Brussel waren nu eenmaal Frans en Engels, afgezien van Duits, dat natuurlijk veel terrein had verloren. (2) De antidiscriminatievoorschriften. De Juridische Dienst vond dat art. 13 van het Verdrag daar niet voor was geschreven. Bovendien waren de bepalingen vaag en strijdig met het subsidiariteitsbeginsel. Ik ben het daarmee eens en vroeg De-