Kortbondige spreuken wegens de ziektens

Koortzige slaap.

703. De geäuurige slaapzucht in de koorts is een slaaperigheid met een uitwerking, of zonder die; stelt overal die staat in 't brein, waar door belet werd de oeffening van zinnen en dierlyke bewegingen; welke kan voortkomen van 't gebrek om de slagaderlyke vocht aan 't brein te voeren; of van des zelfs belette omloop door 't brein, of van een belette afzondering der geesten van 't bloed in de zenuwen: of van een geweigerde vloeying en wedervloeying door de zenuwen.

704. Hier door zeer veele, verscheiden, en dikmaals tegenstrydige oorzaaken brengen deze aandoening in de koorts, hoedanig zyn allen sterke ontlastingen of hervullingen; alle lymagtige verdikkingen van te veel

[p. 122]

bloed, ook vette, ontstookene; alle oorzaaken t'zamendrukkende 't brein, hoedanig die mogen zyn; welke dezelve in de zenuwen, indien ze werken, 't zelve byna uitwerken.

705. Waaruit weder blykt, dat een Geneeskundige door teekens eerst die byzondere oorzaak moet onderzoeken, op dat hy zoude konnen bepalen, wat men gebruiken moet en hoedanig: want dikmaals werden gevordert tegenstrydigen: en dikmaals de slaap lang hardnekkig, te vergeefschs alles beproeft hebbende, wykt eindelyk van zelfs, de ^(a)rypmaking van de koorts volbracht zynde.

706. Maar die, welk door ylhoofdigheid, hier bekwaam (703.) voornamentlyk stovingen op 't hoofd en hals gelegd.

707. Maar indien 'er teekenen van een sterke onsteeking bykomen, zo moet die als ^(b) de Koningsziekte genezen werde, van welk hierna.

(a) Pepasmus.

(b) Morbus Princeps.