Het lieve boek(1854)–A.C. Bloemendal– Auteursrechtvrijwaarin men vindt beschreven, en afgebeeld naar 't leven, met fraai gekleurde plaatjes, al wat de kleine maatjes, kan leeren en vermaken, met honderd andre zaken Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Aan de kinderen. Hier hebt gij, lieve kleine Snaken, Die gaarne mooije prentjes kijkt, Een Boekje, dat u zeker lijkt, Wijl 't u zal leeren en vermaken. Hoe kindren, lief en zoet als gij, Met spelen, leeren, eten, kleeden, Den ganschen dag hun tijd besteden, Dat alles, en nog veel daarbij, Van opstaan, bidden, slapen gaan, Vindt ge in het Lieve Boekje staan. [pagina 4] [p. 4] Maar als gij nu die plaatjes ziet, Vergeet dan, bid ik u, toch niet, Om wat er naast staat ook te lezen, Want anders zou 't niet nuttig wezen. Wie enkel op de prentjes staart, En zonder lezen verder blaârt - Neen neen, dat vind ik lang niet aardig; Wie al te gaauw het blaadje wendt, Voor dien heeft ras de pret een end, Die is dit Prentenboek niet waardig. Maar wilt gij doen, gelijk 't behoort, Bekijkt dan langzaam ieder plaatje, En gaat niet tot een volgend voort, Eer ge al, wat op 't gedrukte blaadje Te lezen staat bij elke prent, Ten naasten bij van buiten kent. En doet gij zoo, gij kleine Snaken Die graag naar mooije prentjes kijkt, Maar graag ook 't jong verstand verrijkt, 'k Zal dan een tweede Boekje maken, Dat geenszins voor dit eerste wijkt, Maar met nog mooijer plaatjes prijkt. Vorige Volgende