Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2

Inhoudsopgave

Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierties daar uit voort-komende. I. Hoofd-stuk. Van de oliphants rups en zyn veranderingen.

II. Hooftstuk. Van de tweede Oliphants rups.

III. Hoofd-stuk. Van de Vleer-muis dag-kapelle.

IV. Hoofd-stuk. Van de Rups van Goedaart de Voorsigtigen genaamt.

V. Hoofd-Stuk. Van de Egel-rups, en syn Pauwoog.

VI Hoofd-stuk. Van de rups die sig onder verscheide koleuren vertoont.

sevende Hoofd-stuk. Van den los-poot van Goedaart.

Agste Hoofd-stuk. Van de styve Piet.

IX Hoofd-stuk. Van de Traag-poot.

X Hoofd-stuk. Van de tweede styve piet.

XI Hoofd-stuk. Van de wollf-rups.

XII Hoofd-stuk. Van den slapenden Leujaart.

XIII Hoofd-stuk Van de wilgen-booms worm, van Goedaart den kreeft, en stinkenden Bok genaamt.

XIV Hoofd-stuk Van de wapen-drager en syn veranderinge.

XV Hoofd-stuk Van den Hypocryt.

XVI Hoofd-stuk. Van de Pyl-staartige Rups.

XVII Hoofd-stuk. Van den drinkaart.

XVII Hoofd-stuk. Van de schoone rups, ofte kruis-dragenden uil.

XVIII Hoofd-stuk. Van de bosch-dragende rups.

XIX Hoofd-stuk. Van het kleine Hout-wormtien, uit welke motten voort-komen.

XX Hoofd-stuk. Van een tweede soort van Motten.

XXI Hoofd-stuk Van een derde soort van motten.

XXII Hoofd-stuk Van de byen.

XXIII Hoofd-stuk. Van de kleine Hommel-bye.

XXIV Hoofd-stuk. Van de olm-rups en syn vlieg.

XXV Hoofd-stuk. Van de vlier-rups met zyn vlieg.

XXVI. Hoofd-stuk. Van de spreu-wormen, en des selfs torre.

XXVII Hoofd-stuk. Van de boekenbooms worm en torretien, zynde een soort van kleine bokjes.

XXVIII. Hoofd-stuk. Van het kleine kruid-spinneken:

XXIX Hoofdstuk. Van het kleine bruine spinneken, beschreven in Het xxxiii Hoofdstuk, van Het Eerste deel.

XXX. Hoofd-stuk. Van de groote Huis-spin.

XXXI Hoofd-stuk Van de maden in de kaas en hare vliegen.

XXXII Hoofd-stuk. Van de groote slek sonder huisjen.

XXXIII Hoofd-stuk. Van de nederlandsse tuin-slekken met huisjes.

XXXIV Hoofd-stuk. Eenige aanmerkingen over de slekken: Van hare vier hoorns, en des selfs teel-deelen. als mede van sommige water-slekken met gedraeide hoornties, ofte huisies, door François Poupart.

XXXIV Hoofd-stuk. Van de aard-wormen.

Verscheide aanteikeninge. I. van de Beer-rups in't eerste deel beschreven.