De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne(1683)–Steven Blankaart– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Op-offering aan de Edele, Wijse, Hoog-geleerde Heeren, Myne Heeren Voor-reden tot den Leeser. Ontledinge der Ontleding, Van Steven Blankaart, Geneesheer. Op de Institutie der Medicine, Uitgegeven door den Heer Stephanus Blankhart, Med. Doct. Op de Kartesiaanse Academie, Ofte Institutie der Medicyne. Door den Ed. en geletterden Heer Stephanus Blankardus, Der Medicyne Doctor, en Genees-Heer tot Amsterdam. Anders. De Kartesiaanse Academie oft Institutie der Medicynen. Eerste Deel. Verhandelende van de gesonde stand der menschen lighaams. I. Hooft-Stuk. Van de Medicijne, en der gesondheid. II. Hooft-Stuk. Van de verandering der spijs in de mond, maag en darmen. III. Hooft-Stuk. Van de afscheidinge en opklimminge des gijls, als ook d'uitdyginge der vuiligheden na de afsonderinge des gijls, IV. Hooft-Stuk. Hoe dat de gijl in 't lighaam bloed werd, en des selfs omloop. Of het bloed kan aangroeijen, en waar uit het selvige bestaat. V. Hooft-Stuk. Van de groejinge en voedinge der deelen. VI. Hooft-Stuk. Van het Zenuw-sap oft Hersen-vogt, gemeenlijk dierige geesten genoemt. VII. Hooft-Stuk. Van de scheidinge des speeksels, quijl, snot, rachels, tranen en oorsmeer. VIII. Hooft-Stuk. Van de melk en des selfs scheidinge. IX. Hooft-Stuk. Van de Vrouwelijke Stonden en witte vloed. X. Hooft-Stuk. Van het Saad der Mannen, en hoe het selvige uit geschoten werd. XI. Hooft-Stuk. Van de Gal en de Lever met het gebruik der Milt. XII. Hooft-Stuk. Van het Pancreas en andere Kliersappen der Darmen en Maag. XIII. Hooft-Stuk. Van het afscheiden der Pis, uit wat deelen die bestaat, en uit geloost werd, als ook het gestel der Nieren en Nier-klieren. XIIII. Hooft-Stuk. Van het Vet in onse lighamen en des selfs nuttigheid. XV. Hooft-Stuk. Van het Sweet en de onsiennelijke Uitwaseming onses lighaams. XVI. Hooft-Stuk. Van het uit en in Ademen, en 't gebruik des Longen, midsgaders de nuttigheid van het Ademen. XVII. Hooft-Stuk. Van de beweginge der Spieren. XVIII. Hooft-Stuk. Van het Waken, Slapen en Droomen. XIX. Hooft-Stuk. Van de werkingen der Ziel en de zelvige met het Lighaam, als ook van de Gemoeds-driften. XX. Hooft-Stuk. Van het Gesigt. XXI. Hooft-Stuk. Van het Gehoor. XXII. Hooft-Stuk. Van de Reuk. XXIII. Hooft-Stuk. Van de Smaak, en vele der zelver qualiteiten. XXIV. Hooft-Stuk. Van het Gevoelen en verscheide qualiteiten het gevoelen aangaande. XXV. Hooft-Stuk. Van de Voort-teling, 't maken der Vrugt en het Baren. De Kartesiaanse Academie oft Institutie der Medicynen. Tweede Deel. Verhandelende de middelen om de gesondheid des menschen te bewaren. I. Hooft-Stuk. Van de Logt en Winden, en wat verder tot de behoudenisse der gesondheid noodig is. II. Hooft-Stuk. Van de Spijse en Drank. III. Hooft-Stuk. Van het Brood. IV. Hooft-Stuk. Van de Peul-vrugten, als erwten en boonen. V. Hooft-Stuk. Van alderlei groene Moes-kruiden. VI. Hooft-Stuk. Van allerlei eetbare Wortels. VII. Hooft-Stuk. Van alderlei Aard-vrugten. VIII. Hooft-Stuk. Van de Heester-vrugten. IX. Hoofd-Stuk. Van allerlei Boom-vrugten met harde Schillen. X. Hooft-Stuk. Van de Ooft-vrugten met weike Schillen, als Appelen, Peren, &c. XI. Hooft-Stuk. Van de Suiker, Honig en Confituiren. XII. Hooft-Stuk. Van sommige toespijsen en nageregten. XIII. Hooft-Stuk. Van de Speceryen. XIV. Hooft-Stuk. Van de Boter, Olie, Kaas, en Melk. XV. Hooft-Stuk. Van het Sout en d' Azyn. XVI. Hooft-Stuk. Van de Viervoetige Gedierten, en Wildbraad. XVII. Hooft-Stuk. Van allerlei Gevogelte. XVIII. Hooft-Stuk. Van allerlei Visch. XIX. Hooft-Stuk. Van het Water. XX. Hooft-Stuk. Van de Wijn. XXI. Hooft-Stuk. Van het Bier. XXII. Hooft-Stuk. Van de Thee. XXIII. Hooft-Stuk. Van de Coffeé. XXIV. Hooft-Stuk. Van de Chocolate. XXV. Hooft-Stuk. Van de Tabak. XXVI. Hoofd-Stuk. Om te weten wat Spysen goed of quaad zyn. XXVII. Hooft-Stuk. Hoe een kraam-vrouw sig moet aanstellen ontrent haar levens wijs. XXVIII. Hooft-Stuk. Van het Slapen en Waken. XXIX. Hooft-Stuk. Van de beweginge en ruste. XXX. Hooft-Stuk. Van de behoorlijke Uitdyging, en 't Byslapen. XXXI. Hoofd-Stuk. Van de gemoeds-driften. XXXII. Hooft-Stuk. Van de Kleeding, Huis en Bed-stede. De Kartesiaanse Academie oft Institutie der Medicynen. Derde Deel. Verhandelende van de ongesondheid des Menschen lighaans en des selfs sappen. I. Hooft-Stuk. Van de Ziekte en der selver soorten. II. Hooft-Stuk . Van de Ziekten der vaste deelen. III. Hooft-Stuk. Van de verscheidene onderscheiden der Ziekten uit vogten komende. IV. Hooft-Stuk. Van d' oorsaken der Siekten uit de logt voort-komende. V. Hooft-Stuk. Van d'oorsaken der Ziekten uit Spijs en Drank voort-komende. VI. Hoofd-Stuk. Van d'oorsaken der Ziekten die uit te veel of te weinig oeffeningen komen. VII. Hooft-Stuk. Van de Fouten ontrent het Slapen en Waken. VIII. Hoofd-Stuk. Op wat wijse de Herts-togten Ziekten veroorsaken. IX. Hooft-Stuk. Van de Ziekten die uit te veel of te weinig uitdyging komen, en die uit een gemeinde Plethora en te veel aderlaten souden spruiten. X. Hooft-Stuk. Van d' oorsaken der Ziekten die uit te weinig kleeden en deksel komen, als ook van 't Venus werk, voorts wat d' eenigste oorsaak der Ziekten in 't generael is. XI. Hooft-Stuk. Hoe uit de verdikkinge der vogten Koors kan ontstaan, en des selfs verscheidentheden van Pleuris, Angina, Peripneumonia. Pest, Pestkoorsen, Maselen, Pokken en diergelyke. XII. Hooft-Stuk. Van de Speeksel en Ziekten die in de Maag-gesten vertoont werden. Item van die geen honger krygen. 't Beswaren der spijs, oprupsingen, walgen, braken, de sode, wratig eten, maag-pijn, valse honger. XXIII Hooft-Stuk. Van de Ziekten uit de Darm-gesten voortkomende, van de Gal, het Pancreas-sap, en wat gemeende Gal-siekten zijn. XIV. Hooft-Stuk. Van de Long-Ziekten, en beledigde Adem-halinge, Pleuris, Peripneumonia, Hoest en diergelijke. XV. Hooft-Stuk. Van de qualen die men gemeenlijk het herte toeschrijft. XVI. Hooft-Stuk. Van de Ziekten die in de Lever en Milt uit verdikte sappen voortkomen, als met eenen van de Geelsugt. XVII. Hoofd-Stuk. Van de Nier- en Blaas-qualen, als ook van de verscheiden soort van Zieke-pis XVIII. Hooft-Stuk. Van de trekkingen, Hooft-swijmel, Krampen, Vallende siekten, en Opstygingen. XIX. Hooft-Stuk. Van de dronkenschap, rasernijen, swaarmoedigheid, dolligheid, gekkigheid, gebrek der geheugenis en dolle hond beet, oft Ebrietas, furor, melancholia, mania, delirium, memoria loesa, rabies Hydrophobica &c. XX. Hoofd-Stuk. Van de Slaap-ziekten, en Loomigheden, Nagtmerrie en diergelijke, Carus, Coma lethargus, Apoplexia, Paralysis, Incubus &c. XXI. Hooft-Stuk. Van het geduirig Waken, Wakende slaperigheid, en Nagt-wandelen. Vigilia Continua, Coma Vigil en noctambulatio. XXII. Hooft-Stuk. Van de Water-sugt, Hydrops genaamt en des selfs verscheide soorten. XXIII. Hooft-Stuk. Van de Ziekten der Melk in de Borsten. XXIV. Hooft-Stuk. Van de Geswellen. XXV. Hooft-Stuk. Van de Qualen die de bevrugte en barende Vrouwen over komen. De Kartesiaanse Academie oft Institutie der Medicynen. Vierde Deel. Verhandelende van de middelen om de Ziekten te genesen. I. Hooft-Stuk. Van de Genees-middelen in 't algemeen. II. Hooft-Stuk. Wat men verstaat door heete, koude drooge en vogtige Medicamenten. III. Hooft-Stuk. Van de Purgeer- en Braak-middelen. IV. Hooft-Stuk. Van de sweet-middelen. V. Hooft-Stuk. Van de Pis-drijvende middelen, oft Diuretica. VI. Hooft-Stuk. Van de Anodyna oft pyn-stillende dingen en de Slaap-middelen. VII. Hooft-Stuk. Van de Middelen die men Temperatia noemt, oft bloed-suiverende middelen. VIII. Hooft-Stuk. Van de middelen die men Hart-sterkende oft Cardiaca noemt. IX. Hooft-Stuk. Van de Astringentia oft middelen die men gebruikt om te stoppen, tegens de al te grooten Stonde-vloed en Buik-vloed. X. Hooft-Stuk. Van de Vulneraria oft Wond-middelen. XI. Hoofd-Stuk. Van de Melk-vermeerderende dingen, Lac Augentia genoemt. XII. Hooft-Stuk. Van de Maag-middelen, Stomachica genoemt. XIII. Hooft-Stuk. Van de Hepatica en Splenica, lever en milt-middelen genoemt. XIV. Hooft-Stuk. Van de Borst-middelen, Bechica, Thoracica en Pulmonica genoemt. XV. Hooft-Stuk Van de Nephritica ofte Nier-middelen. XVI. Hooft-Stuk. Middelen om de Stonden te verwekken. XVII. Hooft-Stuk Van de Cephalica oft Hooft-middelen. XVIII. Hooft-Stuk. Van de Middelen die de Winden verdryven, Flatus Discutientia gesegt. XIX. Hooft-Stuk Van de Middelen die men gebruikt om de Wormen te dooden, Anthelmintica en Vermes Necantia gesegt. XX. Hooft-Stuk. Van de middelen die men gebruikt in de Scheurbuik, Flerecyn, Pokken, Jigt en diergelyke. XXI. Hooft-Stuk. Van de middelen die alle Quaadaardigheden en vergiften tegen gaan, antidota gesegt. XXII. Hooft-Stuk. Van de Salivatie oft quyling. XXIII. Hooft-Stuk. Van de Nies-middelen, Sternutatoria, en Errhina gesegt. XXIV. Hooft-Stuk. Van de Middelen Emollientia oft versagtende genoemt, als ook van de resolventia, dissolventia, maturantia. XXV. Hooft-Stuk. Van de Detergentia, anders Mundificativa, Digestiva oft suiverende Middelen gesegt. XXVI. Hooft-Stuk. Van de Attrahentia oft trekkende Medicamenten. XXVII. Hooft-Stuk. Van de Middelen die vleis doen groeyen, Carnem generantia gesegt. XXVIII. Hooft-Stuk Van de Epulotica oft Middelen die het vel doen groeyen. XXIX. Hooft-Stuk. Van de Vesicantia, oft Blaar-trekkende dingen. XXX. Hooft-Stuk. Van de Corrosyf Middelen, Cathaeretica, Septica en Escharotica gesegt. XXXI. Hooft-Stuk. Van de Bloed-stelpende Middelen. XXXII. Hooft-Stuk. De nut en onnut van het Ader-laten XXXIII. Hooft-Stuk. In wat form de Medicamenten best konnen bereid, en geappliceert werden. XXXIV. Hooft-Stuk. Maniere om eenige Voorschriften te maken. XXXV. Hooft-Stuk. Van de Levens-regel, die de Zieken te onderhouden hebben. Nareden en Besluit. Korte Inhoud Van alle de Hooft-Stukken. Errata.