voeten zou kunnen gooien dat hij proletig is en die ik tot die lafhartige eerbied voor mijn geld zou kunnen pressen. Daar kan ik dus die miljoenen gelukkig niet meer voor misbruiken. En ik heb me afgevraagd of ik nu ook nog zo graag edelmoedig zou willen doen.
Ik moet zeggen, zo snobistisch willekeurig zou ik er niet meer mee willen omspringen, maar wel vind ik dat ik me zou behoren te interesseren voor sociale hulpverleningen op verantwoorde wijze. En dat zou me nu precies een arbeidsterrein opdringen dat me totaal niet ligt. Neen, in dat opzicht is dat miljoenenbezit allesbehalve aanlokkelijk.
Maar nu de auto's, vliegtuigen, motorjachten, villa's, noem maar op. Een auto heb ik, al is het dan geen Daimler of een Jaguar (het is een rijdt-ie-rijdt-ie-niet-tweedehandsje, dat ik na elke rit zonder panne vriendschappelijk over de neus aai of vriendschappelijke klopjes toedien op het achterste). Vliegtuigen, motorjachten, villa's heb ik beslist niet nodig. Ik ben een binnenkamermens en hoe die binnenkamer eruit ziet interesseert me niet eens, want daar heb ik toch geen oog voor: zodra ik een verhaal of een boek ga schrijven kijk ik uitsluitend op mijn papier en leef ik uitsluitend in de wereld die ik scheppen wil.
En nu blijft alleen die wereldreis over. Wil ik die miljoenen dan niet hebben voor die wereldreis? O, dolgraag! Wat zou ik het heerlijk vinden om het vele schone, curieuze en aangrijpende te kunnen aanschouwen dat natuur en mens op mijn planeet aarde te aanschouwen geven!
Maar... er zijn twee maren... als ik aan een boek bezig ben gaat dat voor, dan ben ik namelijk bezig zélf een wereld te scheppen en die lijkt me dan veel en veel belangrijker dan heel de schepping buiten mij om: niet dat ik me daarover