Welke te kiezen? In de nalatenschap is veel lyriek te vinden die sterk is beïnvloed door J.H. Leopold. In 1938 en 1939 vond zij een eigen toon; in die periode schreef zij méér dan in de tijdschriften is verschenen. Wij kozen verzen, die zij zelf aan tijdschriften, bloemlezingen en een weekblad heeft afgestaan.
Anna Blaman heeft veel artikelen geschreven, vrijwel altijd op uitnodiging. Kort na de oorlog werkte zij met boekbesprekingen en toneelrecensies mee aan Vrij Nederland; enige jaren lang schreef zij schetsjes en overpeinzingen, bestemd voor een rubriek Vrij spel in Het Vrije Volk.
Het journalistieke werk voor Vrij Nederland bleek zozeer aan de actualiteit gebonden, dat een herdruk weinig zin had. Anders is het met de bijdragen aan Het Vrije Volk. Anna Blaman heeft in deze vaak autobiografische of semi-autobiografische stukjes zoveel van zichzelf prijsgegeven, dat opname van een aantal ervan ons belangrijk voorkwam. De schrijfster zelf heeft aan bundeling waarschijnlijk nooit gedacht.
Uiteraard zijn in dit boekje haar verspreide studies, alsmede haar essays uit Ruimte opgenomen.
Onvergetelijk voor wie Anna Blaman ooit heeft gehoord en gezien in een van de vele Nederlandse lezing-zalen, is haar hoogst persoonlijke stijl van spreken. Wij hadden gehoopt in haar nalatenschap tenminste één uitgewerkte lezing te zullen vinden. Deze hoop bleek ijdel. Zij maakte voor een lezing allerlei notities en sprak dan, zich houdend aan de eenmaal vastgestelde gedachtengang, voor de vuist weg. Publikatie van deze notities leek ons nog niet te verdedigen, aan de hand ervan een sluitend betoog laten samenstellen leek ons niet wenselijk. Slechts een radiopraatje en haar veelgeprezen dankrede na de uitreiking van de P.C. Hooftprijs 1957 waren in druk beschikbaar of volledig uitgetikt. Zij zijn vanzelfsprekend in dit boek opgenomen.
Na het betuigen van onze erkentelijkheid jegens mevrouw Lührs-Vrugt en de heer Kossmann, spreken wij gaarne onze dank uit voor de hulp die wij bij het samenstellen van deze bundel mochten ondervinden van de heer K. Lekkerkerker, het Nederlands Letterkundig Museum, Het Vrije Volk en de uitgeverij Paul Brand te Hilversum.
de uitgever